GasTerra publiceert nieuwe brochure
Gas is uit, zo lijkt het. De problemen met de aardgaswinning in Groningen en de zorgen over klimaatverandering hebben wat ooit een zegen voor Nederland was, in relatief korte tijd veranderd in een probleem waar we volgens velen zo snel mogelijk vanaf moeten. In de discussies over dit onderwerp zijn feiten, fictie en oordelen moeilijk van elkaar te scheiden. Tijd om de zaken nuchter op een rijtje te zetten in een nieuwe brochure, Toekomstperspectieven van gas in Nederland getiteld, die vanaf vandaag gratis is te downloaden van de website van GasTerra.
Heeft gas nog een toekomst in Nederland en daarbuiten? Onderzoekers van de energiemarkten beantwoorden deze vraag bevestigend. We kunnen voorlopig niet zonder. Nog altijd is ca. 90 procent van de gebouwde omgeving voor verwarming afhankelijk van aardgas. De wens om gebouwen van aardgas los te koppelen, zo valt te lezen in de nieuwe brochure van GasTerra, heeft tot nu toe weinig impact gehad op het gasverbruik. Integendeel. Ondanks het feit dat nieuwe woningen in principe zonder gasaansluiting worden opgeleverd en gemeenten in proefwijken huizen van het gas proberen af te halen, is de totale vraag tot nu toe juist gestegen door de toegenomen inzet van gascentrales. Deze vervangen de gesloten kolencentrales en bieden de stabiele stroomvoorziening die duurzame bronnen (nog) niet kunnen bieden. Industrieën blijven gas daarnaast voorlopig nog gebruiken als warmtebron en grondstof. Ook het nabije buitenland heeft nog altijd grote volumes gas van Groningenkwaliteit nodig. Door de afname van de productie uit Groningen en de kleine velden zal de importafhankelijkheid van Nederland daardoor de komende jaren toenemen.
De brochure beschrijft in drie delen de situatie in de Nederlandse gassector. Het eerste hoofdstuk behandelt de vraag naar hoogcalorisch en laagcalorisch gas in de gebouwde omgeving, de industrie en ten behoeve van elektriciteitsopwekking. Hierin wordt voorspeld dat het totale gasverbruik, ondanks de groeiende rol van gascentrales, in 2030 met ca. 9 miljard kubieke meter gedaald zal zijn tot ruim 31 miljard kubieke meter.
Het tweede hoofdstuk focust op het aanbod van gas. Waar moeten al die gasmoleculen vandaan komen nu de binnenlandse productie snel terugloopt en de ontwikkeling van nieuwe kleine velden in de Noordzee deze teruggang niet kan compenseren? We zullen daarvoor toenemend een beroep moeten doen op Russisch gas en LNG, dat de afgelopen jaren in steeds grotere hoeveelheden naar Europa is vervoerd maar waarvan de beschikbaarheid in belangrijke mate afhankelijk is van de prijzen op de diverse wereldmarkten.
Duurzame gassen, in het bijzonder groen gas en groene waterstof, zullen in de gasmix een steeds grotere rol spelen, maar kunnen het aardgas voorlopig slechts ten dele vervangen. Voor groen gas wordt gestreefd naar een productievolume van 2 miljard kubieke meter in 2030. Of dit ook gaat lukken is in belangrijke mate afhankelijk van het aanbod van voldoende reststromen van biogrondstoffen en de bouw van nieuwe productie-installaties. Hoe waterstof zich zal ontwikkelen is, ondanks het grote potentieel van dit gas, moeilijk te voorspellen. Er moet nog veel gebeuren voordat waterstof een betekenisvolle bijdrage kan leveren aan een duurzame energievoorziening, zoals de creatie van een liquide waterstofmarkt die toekomstige aanbieders en afnemers bij elkaar brengt.
Het derde en laatste hoofdstuk van ‘Toekomstperspectieven voor gas’ gaat op dit essentiële aspect van de gaswaardeketen in: de markt. Nederland herbergt het belangrijkste handelsknooppunt voor aardgas in Europa, de Title Transfer Facility (TTF). Een belangrijk voordeel van deze handelsbeurs is dat het verhandelde gas kwaliteitloos is. Dat wil zeggen dat niet in laagcalorisch of hoogcalorisch gas wordt gehandeld maar simpelweg in gas. Dit kenmerk heeft de liquiditeit van de TTF sinds haar ontstaan enorm gestimuleerd. Ook voor groen gas bestaat inmiddels een goed functionerende markt. Hoewel groen gas niet meer van aardgas is te onderscheiden wanneer het eenmaal aan het gassysteem is toegevoegd, weten afnemers van dit duurzame gas dankzij de uitgifte van officiële certificaten, zogeheten Garanties van Oorsprong, dat hun aankoop daadwerkelijk uit biogrondstoffen is geproduceerd. Voor de ontwikkeling van een handelsmarkt voor waterstof kunnen we ten slotte veel leren van de manier waarop de markten voor aardgas en groen gas zijn ontstaan. Essentieel in dat verband is dat parallel met de markt de productiecapaciteit drastisch wordt opgevoerd.
In de brochure zijn verschillende kaders opgenomen, die ingaan op specifieke vraagstukken waarmee de gassector te maken heeft zoals methaanemissies, de voorlopig blijvende export van gas en klimaatbeleid. Diverse grafieken, tabellen en schema’s completeren en verhelderen de tekst.
Dit is een origineel bericht van GasTerra B.V.
Ga naar alle berichten van deze organisatie.