De balans tussen flexibiliteit in ruimtelijke ontwikkeling en de rechtspositie van omwonenden in de nieuwe Omgevingswet is volledig zoek, waarschuwt Vereniging Eigen Huis. Energieprojecten als CO2 opslag, schaliegas, windmolens op land maar ook infrastructurele projecten en grootschalige bouwprojecten grijpen vaak diep in in de leefomgeving van omwonenden. Juist aan hen biedt de wet nauwelijks waarborgen. Vereniging Eigen Huis heeft een Participatiehandvest aan de Eerste en de Tweede Kamer aangeboden dat zij verankerd wil zien in de invoeringswet Omgevingswet.
Participatie is nu wassen neus
Vereniging Eigen Huis ontvangt steeds vaker signalen van huiseigenaren die zich volledig in een hoek gezet voelen bij ruimtelijke plannen. Ook uit eerder eigen onderzoek bleek dat maar een schamele 11 procent van de omwonenden van grote windparken zich gehoord voelde. De omgevingswet verplicht overheden weliswaar om burgers te laten bijdragen aan besluitvorming, maar door dit volledig open te laten, dreigt de positie van de burger eerder zwakker dan sterker te worden.
Omgevingswet: geen woorden maar daden
“Zowel de Eerste en Tweede Kamer als ministers Kamp en Schultz van Haegen hebben gezegd participatie belangrijk te vinden. Maar het moet niet bij lippendienst blijven, er zijn daden nodig. Nu de Omgevingswet de mogelijkheid biedt om het eindelijk goed te regelen, gebeurt er niets. Een enorm gemiste kans. Angst voor juridificering biedt kennelijk een alibi om op dezelfde weg verder te gaan. Maar zo vergroot je alleen maar de protestbereidheid en lok je al dan niet juridisch verzet uit.” zegt Rob Mulder, directeur belangenbehartiging van Vereniging Eigen Huis. “Het zou een echte trendbreuk zijn om de burger niet als lastpak maar als inspirator te zien. Omwonenden hebben oprechte interesse in hun woonomgeving. Uitgaan van burgerkracht kan goede ideeën opleveren. Hierdoor kan besluitvorming juist sneller verlopen. Maar je moet participatie wel wettelijk goed regelen. Nu geloven burgers vaak al bij voorbaat niet dat burgerparticipatie enige zin heeft. En als ze al mee willen praten, haken ze vaak na een tijdje moedeloos en gedesillusioneerd af. Niet verwonderlijk, want alleen al het inhalen van de informatieachterstand ten opzichte van betrokken instanties is vaak onbegonnen werk.”
Participatie wettelijk verankeren
Het Participatiehandvest dat Vereniging Eigen Huis samen met de NLVOW opstelde, geeft zes uitgangspunten aan die in de uitvoeringswet Omgevingswet zouden moeten worden vastgelegd. Een belangrijk onderdeel is een bewonerseffectrapportage: de impact, lusten en lasten van de plannen voor bewoners en omwonenden moeten zorgvuldig in kaart worden gebracht. In veel andere landen is al wettelijk vastgelegd dat er een dergelijk Social Impact Assessment moet worden uitgevoerd bij impactvolle projecten. Omwonenden moeten vroegtijdig worden betrokken en communicatie moet eerlijk, tijdig en toegankelijk zijn. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is dat nu in de praktijk lang niet altijd. Daarnaast moet er budget komen voor burgers die deskundigen willen inschakelen. Dat is niet per se goedkoop, maar vaak minder duur dan slepende juridische procedures. De gemeente of provincie, het bevoegd gezag, blijft in het handvest altijd verantwoordelijk voor de regie en voortgang van het proces. Samen met de bewoners moeten echter alternatieven worden besproken en gewogen. Het bevoegd gezag komt daarna tot een onderbouwde, op begrijpelijke wijze tot stand gekomen keuze. Wie onevenredig hoge nadelen ondervindt, moet ten slotte in aanmerking komen voor een schadevergoeding.
Dit is een origineel bericht van Vereniging Eigen Huis
Ga naar alle berichten van deze organisatie.