Veel sociaal werkers zijn bezorgd over de komende bezuinigingen en over hun werkdruk. Ook maken zij zich zorgen over de groeiende groep inwoners met (complexe) problematiek die niet de ondersteuning krijgt die ze nodig heeft, onder meer door groeiende wachtlijsten voor specialistische hulp. Dit is een opvallend resultaat uit de Grote Raadpleging van het Sociaal Werk 2025 van Movisie. Hieruit blijkt ook dat, ondanks alle zorgen, veranderingen en werkdruk sociaal werkers hoopvol en met plezier hun werk blijven doen.
Hoe gaat het met sociaal werkers in Nederland? Hoe ervaren zij hun werk? Uit de Grote Raadpleging van het Sociaal Werk 2025 van Movisie blijkt dat sociaal werkers ondanks allerlei zorgen, veranderingen en werkdruk toch met plezier hun werk doen. Maar zij werken wel onder hoogspanning. 1191 sociaal werkers beantwoordden vragen over onderwerpen als Werksituatie, Taken, Trends en ontwikkelingen, Leren en ontwikkelen en Vitaliteit.
Betrokkenheid en trots versus werkdruk en knelpunten
Maar liefst 88 procent van de sociaal werkers geeft aan dat zij (veel) plezier aan hun werk beleven. Dit werkplezier is toegenomen ten opzichte van de vorige raadpleging uit 2020. Dat beeld sluit aan bij de cijfers van recent arbeidsmarktonderzoek waarin 84 procent aangeeft enthousiast over hun baan te zijn. Verder voelt een ruime meerderheid van de sociaal werkers zich betrokken bij hun werk, hun beroep, de inwoners en cliënten, hun collega’s, de organisatie en de wijk of buurt waar ze werken. Ze zijn trots op hun beroep en werk. Zo vindt ruim driekwart van de sociaal werkers dat ze werk hebben dat ertoe doet.
Niet altijd serieus genomen
Daartegenover geeft De Grote Raadpleging van het Sociaal Werk 2025 ook een minder rooskleurig beeld. De werkdruk van sociaal werkers is erg hoog, men voelt zich niet altijd gewaardeerd en serieus genomen en de druk van administratie en regels is hoog. De ondervraagde sociaal werkers ervaren veel zeggenschap en autonomie in het dagelijks werk maar weinig invloed op hoe hun werk is georganiseerd. Zo signaleren zij veel structurele oorzaken van vraagstukken maar lukt het sociaal werkers niet om deze aan te pakken.
Enorm veel functienamen
Samen hebben de ondervraagde sociaal werkers maar liefst 520 verschillende functienamen. Dat is geen vermindering ten opzichte van de vorige raadpleging in 2020 toen dit probleem al werd geconstateerd. Het sociaal werk heeft mede door die versplintering als beroepsgroep in de afgelopen jaren geen steviger positie gekregen. Dit baart sociaal werkers zorgen.
Signaleren van problematiek lukt, meer handelingsperspectief gewenst
Op verschillende thema’s zijn de sociaal werkers ondervraagd over welke problematiek zij tegenkomen in hun werk, en hoe zij daarmee om (kunnen) gaan. Veel sociaal werkers blijken bezorgd over het ‘ravijnjaar’ 2026, het jaar van de grote bezuinigingen. Daarnaast zijn de verwachtingen van beleidsmakers over de Sociale Basis hoog maar is er niet altijd voldoende ruimte om hier (pro-)actief op in te zetten. Ook is gevraagd hoe sociaal werkers omgaan met actuele thema’s als grensoverschrijdend gedrag en polarisatie, de digitaliserende samenleving, en het werken aan de sociale gevolgen van de klimaatcrisis en de energietransitie. Sociaal werkers voelen zich hiervoor verantwoordelijk en willen hun rol oppakken. Hiervoor hebben ze wel tijd, ruimte en middelen nodig. Een deel van de sociaal werkers geeft aan handvatten nodig te hebben en wil zich verder ontwikkelen om deze thema’s goed op te kunnen pakken.
Dit is een origineel bericht van Movisie
Ga naar alle berichten van deze organisatie.