'Behandeling enkelblessure sporters gebaat bij slechts één maatregel'

Enkelblessures zorgen jaarlijks voor veel sportverzuim en de kans op herhaling is in het eerste jaar het grootst. Het gebruik van preventieve maatregelen kan dit risico fors verminderen. Het is hiervoor van belang dat sporters een methode kiezen die bij hen past en deze blijven gebruiken. 

In de laatste week voor het EK voetbal moeten diverse spelers al geblesseerd afhaken, waaronder Frenkie de Jong en de Poolse spits Swiderski. Beiden met een (herhaalde) enkelblessures. Voor De Jong de derde binnen een jaar tijd. Het is een kostbare blessure voor sporters, want gemiddeld staan ze 16 dagen buiten spel en bij een ernstigere blessure kan dit nog veel langer zijn. Voldoende zelfs om een heel EK te missen. 

Jaarlijks ontstaan er tijdens het sporten veel enkelblessures: in 2022 naar schatting 490.000. Hoewel een enkelblessure met regelmaat wordt afgedaan als een simpele blessure ('het is maar een enkeltje'), leiden al deze blessures op jaarbasis toch tot flink aantal dagen sportverzuim. Het risico op een herhaling is in het eerste jaar na het ontstaan van de blessure het grootst, maar kan flink dalen door het gebruik van bewezen effectieve blessurepreventie maatregelen zoals een enkelbrace, enkeltape of enkelversterkende oefeningen.  

Om nieuwe enkelbandletsels te voorkomen is het advies om na hervatting van het sporten de preventieve maatregel toe te blijven passen. Het is daarom belangrijk dat sporters een methode of maatregel kiezen die bij hen past, om het gebruik ervan zo langer vol te houden. Uit onderzoek is daarnaast gebleken dat het combineren van preventieve middelen of maatregelen geen meerwaarde heeft. Eén methode kiezen en deze volhouden is dus genoeg.