Per 1 januari eindigt, door het aflopen van haar tweede termijn als voorzitter, het voorzitterschap van Irene Asscher-Vonk bij de Museumvereniging en de Stichting Museumkaart.
In de acht jaar dat zij voorzitter was, richtte zij zich op de samenwerking door en met de leden van de vereniging, die in 2014 ontstond door de fusie van twee brancheorganisaties. Ze toonde grote belangstelling voor de individuele leden en voor het soepel functioneren van het geheel. Ze bezocht vrijwel alle 450 aangesloten musea met aandacht voor de collecties, medewerkers en de 28.000 vrijwilligers.
Irene Asscher-Vonk: “Bij mijn bezoeken kreeg ik heel veel terug. Zoveel passie, zoveel schoonheid en kennis en zoveel werkelijke uitwisseling. Het was steeds weer een kostbaar cadeau, dat mij enorm heeft verrijkt.” Tijdens de pandemie toonde de ontwikkelde samenhang zich als zeer waardevol, toen de sluitingen van musea een wissel trokken op de inkomsten van musea en flexibiliteit en samenwerking extra belangrijk werden.
“In musea kunnen bezoekers de verhalen van ons land tastbaar ervaren, kunnen ze leren en schoonheid ervaren. Dat verdient behouden te blijven en toegankelijk te blijven voor de miljoenen mensen in Nederland en uit andere landen, die de musea hier graag bezoeken.”
Irene Asscher-Vonk deed het werk voor de Museumvereniging naast haar functies als onder meer PhD-counselor aan de rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam, als voorzitter van Stichting de Roef, de Stichting Dudokkwartet, voorzitter van de Commissie melden misstand van het Voortgezet Onderwijs en als directeur van Eigen Geluid. Ze wordt bij de Museumvereniging opgevolgd door Shula Rijxman.
Dit is een origineel bericht van Museumvereniging
Ga naar alle berichten van deze organisatie.