Gezamenlijk persbericht Oxfam Novib/SOMO
Klacht tegen ‘Nederlands’ oliebedrijf Pluspetrol ontvankelijk verklaard door OESO-contactpunt
Oliemultinational met hoofdkantoor in Amsterdamse brievenbus weigert dialoog met inheemse bevolking
Den Haag/Amsterdam, 20 April 2021 – Het Nationaal Contactpunt OESO-richtlijnen (NCP) accepteert de klacht die vier inheemse organisaties vorig jaar indienden tegen Pluspetrol. Het op papier in Amsterdam gevestigde oliebedrijf moet zich verantwoorden voor ernstige vervuiling in de Peruaanse Amazone. Het NCP kijkt daarbij ook naar de fiscale constructies die Pluspetrol in staat stellen om belasting te ontwijken. Het bedrijf heeft laten weten niet mee te werken aan de OESO-procedure.
Het is voor het eerst dat het NCP een klacht ontvankelijk verklaart waarin niet alleen het gedrag van multinationals ten aanzien van milieu en mensenrechten ter sprake komt, maar ook het gebruik van het Nederlandse belastingsysteem voor het ontwijken van belastingen.
De vier inheemse federaties dienden de klacht tegen Pluspetrol op 11 maart 2020 in bij het NCP in Den Haag, samen met SOMO en Oxfam Novib. Het van oorsprong Argentijnse oliebedrijf, dat hoofdkantoor houdt in Amsterdam via een ‘brievenbusconstructie’, heeft zich volgens hen jarenlang schuldig gemaakt aan ernstige milieuverontreiniging en het schenden van de rechten van de inheemse bevolking in de buurt van hun olievelden.
Daarnaast handelt Pluspetrol volgens de klacht in strijd met OESO-bepalingen omtrent belasting en transparantie, omdat via het Nederlandse kantoor, dat slechts 1 personeelslid op de loonlijst heeft staan, tal van fiscale constructies zijn opgezet die belastingontwijking mogelijk maken via onder meer Luxemburg en de Bahama’s.
“Het is heel goed nieuws dat de klacht is aanvaard,” zegt Aurelio Chino, een van de inheemse leiders achter de klacht. "Maar we zien dat Pluspetrol opnieuw weigert te praten over zijn verantwoordelijkheden, en bij het verlaten van ons gebied op de vlucht lijkt te slaan, duidelijk makend dat het niet van zins is om de nodige maatregelen te nemen om de vervuiling op te ruimen.”
Pluspetrol weigert deelname
Normaal gesproken zou het NCP starten met onderhandelingen tussen Pluspetrol en de vier inheemse organisaties, om te bepalen wat het bedrijf moet doen om de aangerichte schade te herstellen. Pluspetrol heeft echter laten weten hier niet aan mee te willen werken. Door de weigering zal het bedrijf mogelijk minder toegang krijgen tot de voordelen die het heeft dankzij de Nederlandse vestiging, zoals deelname aan handelsmissies en de mogelijkheid om gebruik te maken van bilaterale handelsverdragen. Pluspetrol is al het derde in Nederland geregistreerde olie- en gasbedrijf dit jaar – na Chevron en Shell - dat in strijd met de OESO richtlijnen handelt en weigert mee te werken met het NCP. Voor een nieuw kabinet zou zodoende strengere wetgeving rondom Internationaal Verantwoord Ondernemen (IMVO) een prioriteit moeten zijn.
“Pluspetrol heeft bijna tweeduizend verschillende locaties in het Amazonegebied vervuild door het lozen van giftig afvalwater en het laten weglekken van olie. Het bedrijf weigert verantwoordelijkheid te nemen voor de vervuiling van het leefgebied, en daarmee ook de gezondheid van de gedupeerde gemeenschappen. “Bemiddeling van het NCP was een volgende stap in de al jaren durende zoektocht naar gerechtigheid en herstel van het leefgebied van de gedupeerde gemeenschappen, ook voor deze inspanningen krijgen ze nul op het rekest. Het lijkt wel of rechtvaardigheid niet bestaat” zegt Imke Greven, landrechten-expert van Oxfam Novib.
Joseph Wilde-Ramsing (SOMO): “Het is schandalig dat Pluspetrol bemiddeling door een door de overheid ingestelde onafhankelijke instantie afwijst. Nederland zou geen plek mogen bieden aan dit soort bedrijven. Helaas vervult Nederland al jaren een spilfunctie in de fiscale trukendoos van multinationals zoals Pluspetrol. Het is de hoogste tijd om daar paal en perk aan te stellen.”
Dit is een origineel bericht van Oxfam Novib
Ga naar alle berichten van deze organisatie.
14 NOV 2024
14 NOV 2024