Ellen Kemler
Voetballer Noa Lang maakt na maanden blessureleed zijn rentree op het veld. In een recent interview geeft hij echter aan nog altijd niet voluit te durven gaan. Deze angst om opnieuw geblesseerd te raken speelt bij veel sporters een grote rol en kan ertoe leiden dat zij volledig stoppen met sporten en bewegen. Toegang tot goede begeleiding is essentieel.
Eén op de vijf sportuitvallers geeft aan dat zij vanwege de angst om opnieuw geblesseerd te raken gestopt zijn met hun sportbeoefening. Hoewel een zware blessure niet per definitie het einde van een 'sport- en beweeg carrière' hoeft te betekenen, is dit voor sommigen wel het geval. Niet alleen is dertig procent van de sportuitvallers namelijk volledig gestopt met sporten, maar veel van hen ook met bewegen in het algemeen. Nog maar één op de vier van hen voldoet aan de beweegnorm.
Het weer oppakken van de blessuresport op het oude niveau, is voor zulke sportuitvallers niet aan de orde. Ook het beoefenen van deze sport op een lager niveau of het beoefenen van een andere sport zit er niet altijd in. Dat is zonde, want door niet te bewegen gaat veel gezondheidswinst verloren.
Bij het volledig stoppen met sporten en bewegen vanwege blessures spelen verschillende factoren een rol. Zo zijn sportuitvallers het vertrouwen in hun lichaam kwijtgeraakt, weten ze niet goed wat hun lichaam nog aankan, of welke sport zij nog kunnen beoefenen en tot wie ze zich kunnen richten voor vragen. Hoewel niet iedereen beschikt over een begeleidingsteam, is de kans dat geblesseerde sporters na herstel weer gaan sporten groter als zij door een zorgprofessional worden doorverwezen naar een alternatieve sport. Doordat maar een klein deel van de geblesseerde sporters wordt doorverwezen (14 procent), valt hier nog veel winst te behalen.
Dit is een origineel bericht van VeiligheidNL
Ga naar alle berichten van deze organisatie.