'Minder wedstrijdminuten leiden bij voetballers niet vanzelfsprekend tot minder belasting'

Ondanks de volle speelkalender spelen voetballers tegenwoordig minder minuten dan vroeger, meldt de Volkskrant in een onderzoeksartikel. En dus zijn spelers niet overbelast, is de conclusie. Maar dat is een te simpele voorstelling van zaken.

Voetbal heeft zich in de afgelopen decennia ontwikkeld tot een fysiek veeleisendere sport. Spelers lopen een groter deel van de wedstrijd op hoge snelheid. Ze moeten dus ook veel versnellen, afremmen én op hoge snelheid van richting veranderen. Allemaal activiteiten die de spieren, pezen en gewrichten zwaar belasten. Het is daarom te kort door de bocht om te zeggen dat minder wedstrijdminuten ook tot minder belasting leiden. Het gaat er ook om hoe hoog de intensiteit is die geleverd moet worden. 

Daarbij komt: de volle agenda’s brengen niet alleen een hoge fysieke, maar ook een hoge mentale belasting met zich mee. Vooral het aantal internationale toernooien, zoals het WK voor clubteams en de Conference League, is toegenomen. Niet alleen zorgen de vele wedstrijden en het internationale reizen voor een hoge belasting, ook is er in schema’s steeds minder tijd om tussen wedstrijden door te herstellen en op te laden voor de volgende wedstrijd.

Uit recente onderzoeken blijkt dat er meer blessures optreden in periodes met een volle speelkalender; een belangrijke indicatie dat er sprake is van overbelasting. Het lagere aantal wedstrijdminuten is dan ook geen teken dat het wel meevalt met de overbelasting van voetballers. Het is eerder een noodzakelijke maatregel van clubs om blessures te voorkomen, als de kans op overbelasting door drukke speelschema’s en hoge eisen aanwezig is.