'Hersenletsel geen frequente sportblessure, maar alertheid noodzaak om leed te voorkomen'

In 2022 werden er in Nederland 104.000 sporters voor een blessure behandeld op de spoedeisende hulp. Bij een op de vijfentwintig sporters was er sprake van hersenletsel (4 procent van alle blessures). Het merendeel van deze blessures was gelukkig licht van aard. Sporters die zich melden met hersenletsel doen vaak aan wielrennen, paardrijden, mountainbiken, hockey of aan voetbal, zoals Femke Liefting, de keeper van de AZ Vrouwen. Ze liep een hersenschudding op na een botsing.

Als hersenletsel, zoals een hersenschudding niet goed wordt behandeld, kun je later problemen krijgen. Denk bijvoorbeeld aan vermoeidheid en hoofdpijn, maar ook depressie. Het is daarom belangrijk een hersenschudding zo snel mogelijk te herkennen en te behandelen. Bij de keeper van de AZ vrouwen was er geen twijfel over het handelen, maar als er tijdens een wedstrijd sprake is van onzekerheid over de toedracht van het letsel, moet een speler zo snel mogelijk gewisseld worden om verergering van het letsel te voorkomen.  

Drie handelingen zijn bij een hersenschudding erg belangrijk:  

1. Herken: het herkennen van de symptomen van een hersenschudding.  
2. Vertel: het informeren van de medische of technische staf.  
3. Van het veld af: een speler met een (vermoedelijke) hersenschudding moet altijd van het veld af.