Schelpdieren, wormen en andere dieren die in de woelige bodem van de Waddenzee en de Delta leven, kunnen aardig wat hebben, als het om stormen gaat. “Bij het herstel van getijdenatuur, bijvoorbeeld langs de Westerschelde, zouden we dus niet alleen luwe plekjes moeten creëren”, zegt Lauren Wiesebron, marien ecologe aan het NIOZ in Yerseke, in het proefschrift dat zij komende maandag verdedigt aan de Universiteit Utrecht. “Door strekdammen aan te leggen langs de oevers van de Westerschelde, help je bodemdieren die luwte nodig hebben, maar er zijn ook bodemdieren die juist van wat ruigere condities houden. Voor de broodnodige variatie in een ecosysteem moeten we die niet vergeten.”
Lauren Wiesebron in het veld in Zeeland. Foto: Lauren Wiesebron, NIOZ.
Weren tegen de elementen
Wiesebron onderzocht zowel in de natuur als onder laboratoriumcondities hoe verschillende bodemdieren reageren op woelige condities door wind, stroming en golfslag. In zachter sediment met meer slib en minder zand, bleken scheldieren zich makkelijker in te kunnen graven. Maar Wiesebron was wel verbaasd hoe de dieren zich in het algemeen weerden tegen die ruige omstandigheden. “Zelfs onder heel woelige omstandigheden in onze stroomgoot in het lab, konden schelpdieren zich nog wel ingraven en weren tegen de elementen.”
Inheemse schelpen beter bestand
Wiesebron vergeleek ook reacties van verschillende soorten schelpdieren. Daarbij bleek dat de inheemse kokkel beter bestand was tegen woelige omstandigheden dan de uitheemse Filipijnse tapijtschelp. “Deze resultaten mogen zeker nog niet vertaald worden naar álle inheemse schelpdieren en álle exoten”, waarschuwt de onderzoekster. “Maar het geeft wel wat reden voor optimisme over de weerbaarheid van het ecosysteem tegen de verwachte toename van stormen bij het veranderen van het klimaat.” Wiesebron tekent daarbij aan dat onderzoek van collega’s, naar de reacties van bodemdieren op stijgende temperaturen een stuk minder optimistisch stemmen.
Niet alleen strekdammen
Veel natuurherstelprojecten rond de Westerschelde zijn gericht op het vasthouden van sediment langs de oevers van de rivier die steeds verdiept moet worden ten behoeve van de scheepvaart naar de haven van Antwerpen. Wiesebron: “Door bijvoorbeeld strekdammen aan te leggen, bevoordeel je soorten die houden van luwe condities. Maar een gezond en compleet ecosysteem heeft ook behoefte aan plekken met meer dynamiek. Bij het beschermen en herstellen van getijdenatuur in de Delta zou daar meer rekening mee moeten worden gehouden”, aldus de promovenda.
Ontpolderen
Naast het vasthouden van sediment aan de oevers, denkt Wiesebron dat het voor een completer ecologisch herstel nodig is om ook verder van de hoofdstroom natuur te herstellen. “Net als het uitbaggeren, verstoort ook het kunstmatig vasthouden van sediment direct naast de vaargeul de normale dynamiek van het sediment. Door gebieden als de Perkpolder of de Hedwigepolder te ‘ontpolderen’ en weer natuurlijk in te richten, kan een completer ecosysteem worden hersteld, waar bodemdieren en daarmee ook vogels en de rest van de natuur van profiteren.”
Dit is een origineel bericht van Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ)
Ga naar alle berichten van deze organisatie.