De vandaag gepresenteerde maatregelen laten serieuze stappen vooruit zien naar de totstandkoming van een Klimaatakkoord. Gemeenten, provincies en waterschappen onderschrijven de urgentie en het belang van de klimaatopgave en voeren al maatregelen uit. Ze wijzen er op dat er voor een succesvolle transitie aan de volgende randvoorwaarden moet worden voldaan: het moet haalbaar, betaalbaar en uitvoerbaar zijn. De doorrekeningen van het PBL en CPB moeten duidelijkheid geven over haalbaarheid en betaalbaarheid. Ook de uitvoerbaarheid door decentrale overheden vraagt om doorrekening. Daarnaast hebben decentrale overheden gezien hun grote rol de juiste bevoegdheden nodig.
Gemeenten
De rekening van de energietransitie mag niet op het bordje komen van onze inwoners. Woningeigenaren moeten de mogelijkheid krijgen om de aanpassingen die zij nemen om hun huis te verduurzamen, binnen de woonlasten te financieren. Ook vragen gemeenten om een realistische planning: ze moeten voldoende tijd krijgen om hun inwoners bij het proces te betrekken. Gemeenten kunnen deze complexe sociaal-maatschappelijke opgave ook niet uitvoeren als zij niet beschikken over voldoende mensen, middelen én de benodigde bevoegdheden.
Provincies
De impact van de voorgestelde maatregelen is zeer groot. Voor de uitvoering is draagvlak nodig en dat vraagt om een eerlijke lastenverdeling tussen inwoners en bedrijven. Een eerlijker verdeling van de lusten draagt bovendien bij aan de haalbaarheid. Dat betekent dat projecten voor duurzame opwek van energie óók investeren in de omgeving. Zodat álle inwoners profiteren, en niet alleen degene die financieel kunnen participeren. Provincies zetten zich actief in voor maatschappelijke opgaven, waaronder de klimaatopgave. Dat kan alleen als provincies de uitvoeringslasten kunnen dragen en het eigen belastinggebied met een stabiele grondslag en open huishouding behouden blijft. Met die zekerheid kunnen provincies met grote inzet door werken aan álle grote maatschappelijke opgaven, en dus ook aan deze grote verbouwing van Nederland.
Waterschappen
Waterschappen merken dagelijks de gevolgen van klimaatverandering met extremer weer en een steeds sneller stijgende zeespiegel. Zonder bestrijding van de oorzaak is het dweilen met de kraan open. Daarom hebben de waterschappen een ambitieus klimaat- en energiebeleid, gericht op opwek van duurzame energie uit biogas, wind en zon en het verkennen van potentiële energiebronnen zoals aquathermie. Waterschappen vragen het Rijk rekening te houden met kosten voor het inpassen van duurzame energieprojecten van derden in het waterbeheer en van ondersteuning van innovatief onderzoek hiernaar. In de Waterschapswet moet worden geborgd dat waterschappen voldoende ruimte krijgen om duurzame energie te produceren (netto-energieproducent kunnen zijn) zodat ze de C02 uitstoot van hun activiteiten volledig kunnen compenseren. En de grote potentie, bij de waterschappen, van duurzame energie kunnen inzetten voor de samenleving. Voor knellende wet- en regelgeving is het nodig een Taskforce in te richten.
Dit is een origineel bericht van Unie van Waterschappen
Ga naar alle berichten van deze organisatie.