Namens de ouders en verdere familie van Tara, wordt hierbij het volgende bericht.
Tara is op 31 augustus 2022 als opvarende van de zeilklipper “Risico” overleden als gevolg van een gebroken giek, een breuk als gevolg van houtrot. Kort voor de val van deze giek, waren er nog twee opvarenden op het dek, zij gingen toevallig onderdeks.
Er hadden dan ook meer slachtoffers bij betrokken kunnen zijn.
De ouders zijn niet alleen verdrietig, maar ook boos dat dit ongeval op een charterschip van de Bruine vloot heeft kunnen gebeuren.
De rederij is inmiddels aansprakelijk gesteld voor dit scheepsongeval met dodelijke afloop.
Het schip is dan ook in beslag genomen door de Waterpolitie, het technisch onderzoek is in volle gang. De uitkomst en bevindingen van dit onderzoek worden afgewacht.
Op 26 juli 2017 heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid* een opvolgingsrapport gepubliceerd over de mastbreuk in Harlingen op 21 augustus 2016, toen drie opvarenden om het leven kwamen door een vallend mastgedeelte als gevolg van houtrot.
Op 20 maart 2019 is een medewerker op een werf in Zaandam dodelijk verongelukt door een vallende mast, aangetast door houtrot.
Eerder dit jaar, op 27 mei is een man overleden door een losschietende giek en een vrouw ernstig gewond geraakt, de oorzaak daarvan is nog in onderzoek.
Wat de ouders betreft is het “Point of no Return” vanwege het overlijden van Tara dan ook bereikt.
Klip en klaar wordt vastgesteld, dat ondanks de niet voor tweeërlei uitleg vatbare aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2017, deze aanbevelingen niet werden geïmplementeerd, niet werden uitgevoerd door betrokken partijen.
De minister van IenW en die van EZenK, Keuringsinstanties en de branche verkeren dan ook in staat van verzuim ter zake hiervan.
De rol van assuradeuren bij dit alles blijkt ook niet pro- actief van aard.
De Tweede Kamer wordt dan ook gevraagd om pro-actief de verantwoordelijke minister(s) hierover ter verantwoording te roepen via de hen bekende kanalen. Of een jaarlijkse APK- keuring door onafhankelijke en deskundige experts kan bijdragen aan veiliger Personenvervoer, is aan de Overheid.
Zo kan en mag het niet langer doorgaan.
Namens de ouders: mr H.A. Zandijk,
Letselschadeadvocaat te Utrecht
*In deze notitie geeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid zijn oordeel over de opvolging van de aanbevelingen uit het rapport ‘Mastbreuk Harlingen’ van 26 juli 2017.
De Raad heeft onderzocht hoe het kon gebeuren dat een houten mast in een periode van vier jaar ongemerkt kon inwateren en rotten, en concludeerde dat hier meerdere oorzaken aan ten grondslag lagen. Zo werd de mast niet periodiek gecontroleerd en ontbrak het zowel de schipper als het onderhoudspersoneel aan de noodzakelijke specifieke deskundigheid. Daarnaast vertrouwde de schipper op een mastcertificaat, waarop de keuringsinstantie ten onrechte een geldigheidsduur van 6 jaar had vermeld in plaats van de wettelijke termijn van 2,5 jaar. Ten slotte werden alle 329 mogelijke overgangsbepalingen (die kunnen gelden voor oude schepen) toegekend, zonder dat de keuringsinstantie zich een oordeel had gevormd of een dergelijke toekenning gevaar zou kunnen opleveren. De Raad concludeerde dat door de werkwijze van de keuringsinstantie een situatie van schijnveiligheid was gecreëerd. 2. Aanbevelingen In het rapport doet de Onderzoeksraad vier aanbevelingen, gericht aan (1) de Vereniging voor Beroepschartervaart BBZ; (2) de geaccrediteerde keuringsinstanties; (3) de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), en (4) de ministers van Infrastructuur & Milieu en Economische Zaken. Alle partijen hebben op de aanbevelingen gereageerd. De volledige reacties van de adressanten zijn te vinden op de website van de Onderzoeksraad. Deze paragraaf bevat – voor elke gedane aanbeveling – een samenvatting van de daarop ontvangen reactie en een conclusie van de Raad over de opvolging van die aanbeveling. Onderstaand schema geeft een overzicht van de aanbevelingen en conclusies over de opvolging: Thema Aanbevelingen aan Kern aanbeveling Opvolging Professionalisering Vereniging voor Beroepschartervaart 1. Zorg voor professionele standaarden. Keuringen Keuringsinstanties 2. Pas de wet correct toe. Datum 24 april 2019 Bladnummer 2 van 7 Tweedelijns toezicht Inspectie Leefomgeving en Transport 3. Beraad u over de invulling van het tweedelijnstoezicht en maak de risicoafweging ten aanzien van de bruine vloot expliciet. Afstemming en rolverdeling Ministers IenW en EZ 4. Zorg voor structurele afstemming tussen de Raad voor Accreditatie en de Inspectie Leefomgeving en Transport en beraad u gezamenlijk op de rolverdeling. De Raad concludeert dat alle partijen aan de slag zijn gegaan met de opvolging van de aanbevelingen. Wel baart het de Raad zorgen dat er geen herinspecties hebben plaatsgevonden op houten masten die langer dan 2,5 jaar geleden zijn gekeurd. Het argument van de keuringsinstanties dat er geen (centrale) registratie bestaat van uitgevoerde keuringen en looptijden van certificaten, waardoor er geen zicht is op te herinspecteren masten, vindt de Raad weinig steekhoudend. Er mag immers vanuit gegaan worden dat keuringsinstanties een eigen administratie bijhouden van de door hen afgegeven certificaten. De Raad ziet dat er veel in gang is gezet, maar wijst hierbij nadrukkelijk op de verantwoordelijkheid van de partijen om de in de reactie beschreven plannen ook daadwerkelijk te implementeren.
Dit is een origineel bericht van Zandijk Letselschade Advocaten