Is het waar dat steeds meer mensen blijven doorwerken nadat ze de AOW-leeftijd hebben bereikt? En waarom werken sommige senioren eigenlijk langer door? Inzicht hierin is belangrijk, omdat langer doorwerken in sommige gevallen voorziet in een behoefte van senioren. Ook voor de maatschappij kan de inzet van ervaren ouderen waardevol zijn, bijvoorbeeld met het oog op het verminderen van tekorten op de arbeidsmarkt. Aan de andere kant is het niet de bedoeling dat AOW’ers zich gedwongen zien om betaald werk te blijven doen, omdat ze anders niet kunnen rondkomen. Om erachter te komen hoe het zit, schakelde KBO-PCOB onderzoeksbureau Regioplan in. De conclusie van het literatuuronderzoek is dat het van belang is dat er voldoende aandacht en beleid voor de bevordering van de arbeidsparticipatie van AOW-gerechtigden is, maar dat tegelijkertijd rekening gehouden moet worden met de risico's en uitdagingen die met langer doorwerken gepaard gaan.
Langer doorwerken gebeurt vooral tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd
In de afgelopen tien jaar is het aandeel 65-plussers dat deelneemt aan de arbeidsmarkt gestegen. In de leeftijdsgroep van 65-75 jaar nam in 2023 ruim 17% deel aan de arbeidsmarkt, terwijl dat in 2013 nog 10% was. Onder 75-plussers nam de arbeidsparticipatie toe van 1,8% in 2013 naar 2,9% in 2023. Op basis van nadere bestudering van de beschikbare cijfers komt Regioplan echter toch tot de conclusie dat het vooral de jonge senioren onder de AOW-gerechtigde leeftijd zijn, die actief zijn gebleven op de arbeidsmarkt. Voor zover er meer AOW’ers werken, komt dat met name doordat er als gevolg van de vergrijzing simpelweg meer AOW-gerechtigden zijn en niet zozeer omdat tegenwoordig een hoger percentage AOW’ers doorwerkt.
Onder degenen die wél langer doorwerken, zijn mensen met een lagere opleiding (en/of met een laag pensioen) en zelfstandigen oververtegenwoordigd. Dat doorwerken gebeurt doorgaans niet in voltijdbanen. Vaak gaat het om minder dan 12 uur per week. Een groot deel van de werkende AOW-gerechtigden is werkzaam als zelfstandige.
Beweegredenen lopen uiteen
Het onderzoek laat een wisselend beeld zien van de motieven waarom mensen actief blijven op de arbeidsmarkt. Sommige mensen hebben het geld hard nodig. Voor hen is het niet vanzelfsprekend dat zij financieel rondkomen. Zo werkt één op de tien AOW-gerechtigde huishoudens met schulden door na de AOW. Maar er is ook een groep senioren die heel andere beweegredenen heeft. Bij hen is het te doen om werkplezier, een leuke werkinhoud, om sociale aspecten, persoonlijke interesses en bijdragen aan de maatschappij.
Vanuit maatschappelijk oogpunt worden een grotere levenstevredenheid en het bijdragen aan vermindering van tekorten op de arbeidsmarkt genoemd als voordelen van langer doorwerken. Daar staat tegenover dat mensen die uit financiële noodzaak doorwerken, dit vaak zullen doen onder minder gunstige en mogelijk ongezonde omstandigheden. Daarnaast bestaat er een risico dat er een tweedeling ontstaat tussen mensen die het zich financieel wél, en mensen die het zich financieel niet kunnen veroorloven om te stoppen met werken.
Onbenutte capaciteit en ervaring
Er bestaan aanwijzingen dat ongeveer de helft van de hoogopgeleide gepensioneerden mogelijk belangstelling heeft om weer aan het werk te gaan, en bijna één op de drie laagopgeleiden. Uit ander onderzoek blijkt dat ongeveer een op de vier mensen in de pre-pensioenleeftijd plannen heeft om door te werken, terwijl slechts ongeveer een kwart van hen deze plannen in de praktijk brengt. Als ook de overige driekwart van de mensen met plannen om langer door te werken, dit daadwerkelijk zou doen, zouden er 148.500 potentiële arbeidskrachten bij komen. Zelfs als zij gemiddeld maar 12 uur per week werken, gaat het nog altijd om bijna 45.000 fte’s. Dit rekenvoorbeeld illustreert de onbenutte capaciteit en ervaring onder gepensioneerden die belangstelling hebben om door te werken.
Desastreus?
Een mogelijk nadelig gevolg van langer doorwerken door AOW-gerechtigden is, dat zij arbeidsplaatsen bezet houden waardoor het voor andere groepen lastig is om aan het werk te komen. Er bestaat vrees voor verdringing van oudere werknemer tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Toen minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) onder het motto ´Sommige werknemers zijn niet te stoppen´ een campagne startte om werkgevers te stimuleren om meer gepensioneerden in dienst te nemen, noemde het CNV dit in september 2023 ‘desastreus’ en ‘funest’ voor werknemers tussen 55 en 65 jaar, omdat gepensioneerde werknemers 25% goedkoper zijn dan werknemers tussen de 55 en 65 jaar. Volgens Regioplan geven de resultaten van wetenschappelijk onderzoek echter weinig aanleiding om te denken dat er sprake is van verdringing. Zo blijken werkgevers die kunnen kiezen tussen twee sollicitanten, bijna altijd de jongere sollicitant te kiezen, ook al brengt de oudere sollicitant veel relevante ervaring mee. Nederlandse werkgevers geven daarnaast aan dat ouderen doorgaans een ander takenpakket uitvoeren.
Beleidsopties
Regioplan sluit het onderzoeksrapport af met een aantal suggesties voor beleidsopties voor het overheidsbeleid met betrekking tot langer doorwerken van AOW-gerechtigden. Zo helpt een betere informatievoorziening werknemers en werkgevers om beter op de hoogte te geraken van de kansen en mogelijkheden voor langer doorwerken. Er is echter ook aandacht nodig voor de mogelijke gezondheidsrisico's van langer doorwerken, met name voor de kwetsbare groepen. Laagopgeleide ouderen werken namelijk vaker door onder minder gunstige werkomstandigheden en voelen minder levensgeluk vergeleken met doorwerkende hoger opgeleiden.
Er zijn ook meer vérgaande beleidsopties denkbaar die actiever bevorderen dat mensen blijven doorwerken na hun AOW-leeftijd. Eén daarvan is de herziening van bestaande maatregelen die bedoeld zijn om verdringing op de arbeidsmarkt te voorkomen, zoals het schrappen van een wettelijke bepaling dat een werkgever in geval van ontslag wegens bedrijfseconomische redenen, eerst de AOW-gerechtigde werknemers dient te ontslaan. Een andere manier is de invoering van een fiscale ‘doorwerkbonus’, zodat mensen die blijven doorwerken hier extra financieel voordeel van hebben.
Reactie KBO-PCOB op het onderzoek
Doorwerken voor wie dat wil, maar niet omdat het niet anders kan
Het onderzoek van Regioplan sterkt KBO-PCOB in de overtuiging dat de koppeling van de AOW aan de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon onverkort moet blijven voortbestaan, in afwijking van recente adviezen van de Commissie Sociaal Minimum. De koopkracht van de AOW moet van een dusdanig niveau zijn dat mensen hier redelijkerwijs fatsoenlijk van kunnen leven. Ook met AOW moet je kunnen blijven meedoen in de samenleving; daarnaast is het wenselijk dat werkenden aanvullend pensioen opbouwen. Doorwerken mag geen financiële noodzaak zijn. Voor ouderen die het leuk vinden om nog een betaalde baan te hebben, of die met plezier een centje willen bijverdienen, moet dat óók mogelijk zijn. Dat is prettig voor de senioren om wie het gaat, en goed voor de samenleving. Hoewel de overheid al stappen heeft gezet en het ministerie van SZW bezig is om werk te maken van de zgn. ‘Seniorenkansenvisie’, blijft het zaak om het makkelijker te maken voor mensen die graag langer willen doorwerken.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Noot voor de redactie, niet voor publicatie
Heeft u vragen over het onderzoek of over het artikel dan kunt u contact opnemen met Eline Maarse, woordvoerder KBO-PCOB op eline.maarse@kbo-pcob.nl of op 06-18803650
Dit is een origineel bericht van KBO-PCOB
Ga naar alle berichten van deze organisatie.
24 DEC 2024
23 DEC 2024