De krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt leidt vooral tot hogere lonen voor werknemers met lagere inkomens. Dat blijkt uit een analyse van het Centraal Planbureau (CPB). Het onderzoek laat zien dat in sectoren en regio’s waar werkgevers grote moeite hebben om personeel te vinden, de lonen sterker stijgen dan in minder krappe delen van de markt. Deze ontwikkeling is het duidelijkst zichtbaar bij functies aan de onderkant van het loongebouw.
Volgens het CPB reageren werkgevers in krappe segmenten vooral met loonstijgingen om personeel vast te houden of te werven. De effecten zijn minder uitgesproken bij middelbaar en hoger betaalde banen. Voor groepen met lage inkomens zorgt de huidige arbeidsmarktdynamiek daardoor voor relatief meer koopkrachtverbetering dan voor hogere loonklassen.
Het CPB benadrukt dat de verschillen tussen sectoren aanzienlijk zijn. In branches met structurele personeelstekorten, zoals delen van de zorg, horeca en logistiek, zijn de loonstijgingen sterker dan in sectoren waar de spanning lager ligt. Regionale verschillen spelen eveneens een rol.
Het onderzoek gaat alleen in op de loonontwikkeling en niet op bredere maatregelen om de arbeidsmarkt te verruimen. Wel merkt het CPB op dat mobiliteit tussen sectoren groter wordt wanneer werknemers betere kansen zien, bijvoorbeeld wanneer zij hun cv maken om te kunnen overstappen naar een beter betaalde of stabielere functie.
De analyse is gebaseerd op recente microdata over lonen en vacatures en vormt een update van eerdere CPB-onderzoeken naar arbeidsmarktkrapte.
—
Bronnen:
https://www.cpb.nl/publicatie/arbeidsmarktkrapte-en-loongroei