Een commissie onder voorzitterschap van Jacob Kohnstamm evalueert de komende maanden het restitutiebeleid op het gebied van roofkunst. Het gaat hier om tijdens de Tweede Wereldoorlog door nazi’s geroofde en ontvreemde kunstobjecten en cultuurgoederen van veelal Joodse eigenaren. De evaluatiecommissie is op verzoek van minister Van Engelshoven (OCW) ingesteld door de Raad voor Cultuur.
Aanleiding voor de evaluatie is een toezegging aan de Tweede Kamer in 2016 om het restitutiebeleid in 2020 te evalueren. Naast Jacob Kohnstamm maken Lennart Booij, Hagar Heijmans, Nina Polak, Rob Polak, Emile Schrijver en Henny Troostwijk deel uit van de evaluatiecommissie. Dat heeft minister Van Engelshoven vandaag in een brief aan de Tweede Kamer laten weten.
De opdracht aan de commissie is om het restitutiebeleid te evalueren met oog voor de juridische en morele aspecten. De minister heeft gevraagd om daarbij een internationale vergelijking te maken en in te gaan op de relatie van het Nederlandse beleid tot de internationale leidraad over restitutie van naziroofkunst. De commissie zal ook ingaan op de toegankelijkheid en de bekendheid van het restitutiebeleid, met oog voor het leed van slachtoffers en de dialoog met hun erfgenamen.
Een deel van de roofkunst is na de Tweede Wereldoorlog door de geallieerden aan Nederland geretourneerd en maakt onderdeel uit van de rijkscollectie. De cultuurgoederen kunnen ook in bezit zijn van gemeentelijke of provinciale instellingen, stichtingen en particulieren. Sinds 2001 adviseert de zogeheten Restitutiecommissie over claims op basis van internationaal vastgestelde uitgangspunten. In totaal werden sindsdien circa 460 objecten aan de rechtmatige eigenaren of hun nabestaanden toegewezen.
Dit is een origineel bericht van Raad voor Cultuur
Ga naar alle berichten van deze organisatie.