Marielle Balledux
Kinderen die zonder toezicht buitenspelen en risico’s nemen – veel ouders vinden het spannend. Maar het is juist goed voor hun ontwikkeling, zeggen wetenschappers.
Buiten spelen, vooral ook zonder ouders erbij, is op alle fronten heel goed voor de ontwikkeling van kinderen. Rennen, springen, vallen, in bomen klimmen en spelen met ‘loose parts’ helpt bij het ontwikkelen van hun motoriek. Kinderen worden er behendig van. Ze leren samen spelen, anderen ontmoeten, een plek vinden in de groep. En van buiten bewegen gaat je bloed beter stromen, de hersenen raken beter doorbloed en het verbetert je concentratievermogen. Het is ook leerzaam: je wordt er zelfstandig, veerkrachtig en weerbaar van.
Begrijpelijk dat ouders daaraan moeten wennen
Het is belangrijk om als ouder niet steeds je kind in de gaten te houden. Spelen is iets van een kind, met kinderen onderling. Volwassenen moeten zich daar niet te veel mee bemoeien. Het is begrijpelijk dat sommige ouders dat moeilijk vinden en daaraan moeten wennen. Dat is een geleidelijk proces. Belangrijk is om je daarbij niet te laten leiden door de gedachte aan wat er allemaal mis zou kunnen gaan. Vallen en een blauwe plek oplopen: het hoort erbij en kinderen vinden dat vaak helemaal geen punt.
Dit is een origineel bericht van Nederlands Jeugdinstituut NJi
Ga naar alle berichten van deze organisatie.