Jan van der Doelen
Aanleiding:
Bouwbedrijf Van Wijnen mikt dit jaar op €200 mln omzet uit fabriekswoningen
De productie van fabriekswoningen gaat omhoog. Onlangs heeft bouwbedrijf Van Wijnen aangekondigd om dit jaar een verviervoudiging te willen realiseren ten opzichte van 2023. Ook andere bouwers, zoals BAM en Heijmans, willen gaan opschalen. Dat is goed nieuws voor de woonconsument.
In Nederland moet niet alleen gebouwd worden, er moet vooral méér gebouwd worden. Hoewel industrieel bouwen een andere aanpak vereist en de afgelopen tijd een hobbelige weg heeft afgelegd, begint de capaciteit langzaam maar zeker een goed niveau te bereiken. En dat is belangrijk, want zonder de capaciteit van fabrieksmatig bouwen zie ik het somber in om de benodigde 100.000 woningen per jaar snel en betaalbaar te realiseren.
Fabrieksmatig bouwen heeft de toekomst
Fabrieksmatig bouwen biedt verschillende voordelen ten opzichte van ambachtelijk bouwen. Ten eerste wordt de uitstoot van broeikasgassen en stikstof aanzienlijk verminderd door te bouwen onder geconditioneerde omstandigheden. Bovendien is geïndustrialiseerd bouwen beter geschikt voor het gebruik van biobased materialen als hout.
Omdat arbeid in de toekomst schaarser wordt, zullen machines het werk moeten overnemen. Daarnaast zijn jongeren meer geïnteresseerd in goede werkomstandigheden en het werken met digitale tools en robots.
Als laatste levert fabrieksmatig bouwen een besparing op van enkele maanden op de bouwtijd, die vaak twee jaar of meer in beslag neemt. Natuurlijk is dat welkom in deze krappe markt. Hoe eerder de woningen klaar zijn, hoe beter.
Dit is een origineel bericht van ING
Ga naar alle berichten van deze organisatie.