“Gaat het RIVM nu ook het verschil tussen Europese en Canadese schoenmaten onderzoeken?”
… aldus toonaangevend tabaksbedrijf in reactie op RIVM onderzoek
JTI (Japan Tobacco International) reageert op de testresultaten van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), die zojuist door het RIVM zijn gepresenteerd aan Staatssecretaris Blokhuis. Deze lijken te impliceren dat tabaksfabrikanten verkeerde informatie rapporteren over hun teer-, nicotine- en koolmonoxide-uitstoot. Simpel gesteld heeft het RIVM er naar de mening van JTI voor gekozen een Canadese testmethode te gebruiken in plaats van de door de Europese Unie (EU) verplicht gestelde vereisten, teneinde het te laten lijken alsof er iets mis is met de huidige rapportage.
Het RIVM kiest er volgens JTI bewust voor om de Canadese testmethode te gebruiken in plaats van de door de EU wettelijk verplicht gestelde vereisten. Dit is te vergelijken met het uitvoeren van een meting in inches en dan verbaasd te zijn dat dit een andere uitkomst geeft dan in centimeters. JTI maakt al jarenlang duidelijk dat verschillende testmethoden ook verschillende resultaten opleveren.
Arnoud Ongerboer de Visser, Hoofd Corporate Affairs bij JTI Nederland, zegt hierover: “Wij denken dat het RIVM de plank hier volledig misslaat. Natuurlijk leidt het kiezen voor een andere testmethode dan die van de EU tot andere resultaten. Het is te vergelijken met het feit dat ik een schoenmaat 10 in Canada heb en schoenmaat 43 in Nederland, terwijl mijn voet in beide landen natuurlijk even groot is. Het roept dan ook de vraag op of het RIVM morgen ook de methoden om schoenmaten te meten gaat onderzoeken.”
De tabaksindustrie voldoet al 25 jaar aan de ISO-testmethode die de Europese Unie verplicht stelt. De Europese Commissie heeft vertrouwen in deze methode en heeft in overeenstemming met de Tabaksproductenrichtlijn ll deze norm in 2016 opnieuw aangenomen.
Daarnaast zijn op grond van deze norm de limieten voor teer-, nicotine- en koolmonoxide uitstoot op het niveau 10-1-10 gehouden voor in de EU verkochte of geproduceerde sigaretten. In Canada, waar de “Canadian Intense”-testmethode verplicht wordt gesteld (zoals in dit rapport ter vergelijking gebruikt door het RIVM), worden door de overheid juist geen limieten voor uitstoot van teer, nicotine en koolmonoxide gesteld.
Zowel de EU als de Canadese overheid zijn nu gestopt met het afdrukken van informatie over bestanddelen op verpakkingen, juist vanwege het feit dat “dit niet duidelijk wordt begrepen door sommige rokers”[1], en het “een verkeerde indruk kan wekken ten aanzien van de kenmerken, gezondheidseffecten, risico’s of uitstoot” van een product.[2]
Arnoud Ongerboer de Visser concludeert: “Onafhankelijk van de gebruikte testmethode, hangt de hoeveelheid rook die een individuele roker naar binnen krijgt af van de manier waarop hij of zij rookt – iets wat JTI al jarenlang stelt. Onze boodschap aan rokers is duidelijk: er bestaat geen veilige sigaret, en volwassenen die ervoor kiezen te roken dienen zich bewust te zijn van de risico’s.”
[1] Canada Privy Council 2011-925 Tobacco Products Labelling Regulations (Cigarettes and Little Cigars), 22 september 2011
[2] Tabaksproductenrichtlijn 2014/40/EU, artikel 13 1(a)
Dit is een origineel bericht van JTI
Ga naar alle berichten van deze organisatie.
24 DEC 2024