Nooit eerder werd er in ons land zo veel archeologisch onderzoek gedaan als nu. Toch schiet het Nederlandse archeologiebestel op onderdelen tekort en moet het meer bij de tijd worden gebracht. Dat staat in het advies: “Archeologie bij de tijd”, dat de Raad voor Cultuur vandaag aanbiedt aan staatssecretaris Uslu van Cultuur en Media. Het advies is voorbereid door een commissie van deskundigen onder voorzitterschap van Alexander Rinnooy Kan. De raad concludeert dat het publieke belang binnen het marktmodel beter geborgd moet worden.
Archeologie verbindt eerdere eeuwen met nu en laat zien dat actuele vraagstukken, zoals waterbeheersing en klimaatadaptatie, in het verleden ook al speelden. Archeologische vondsten kunnen doorgaans rekenen op grote maatschappelijke belangstelling. Het is tijd om het publieke belang en deze maatschappelijke aandacht om te zetten in grotere beleidsmatige en financiële aandacht, stelt de raad.
Sinds de jaren negentig zijn decentralisatie en marktwerking belangrijke kenmerken van het Nederlandse archeologiebestel. Dat heeft veel goeds opgeleverd. Toch wringt het in de uitvoering. Zo zijn er per gemeente grote verschillen in onderzoekskwaliteit, en in bescherming van en voorlichting over archeologie. Verder staat de kwaliteit van het archeologisch onderzoek onder druk door voortschrijdende tariefdaling en scherpe concurrentie tussen de archeologiebedrijven.
Elke gemeente zou zelf, of in regionaal verband, over een eigen archeoloog moeten kunnen beschikken, adviseert de raad. De rijksoverheid moet zich zowel inhoudelijk als met extra geld inspannen om gemeenten beter in staat te stellen hun taak goed uit te voeren. Daarvoor zou in elke provincie een beleidscommissie archeologie ingesteld moeten worden met zowel een adviserende als een toezichthoudende taak.
De raad wijst op de slechte arbeidsmarktpositie van archeologen en adviseert een cao voor de archeologische opgravingsbedrijven in te voeren en de oprichting van een actieve beroepsvereniging voor archeologen te bevorderen.
Publieksvoorlichting en participatie ziet de raad als een fundament van het archeologiebestel. Dit moet een standaard onderdeel worden van elk archeologisch onderzoek. Zo wordt de maatschappelijke en publieke kant van de archeologie benadrukt.
Vernieuwend wetenschappelijk onderzoek is nodig, om nieuwe verhalen te kunnen vertellen. Hier profiteert zowel de archeologiesector als het publiek van. Om de onderzoekskwaliteit te versterken en innovatie te stimuleren adviseert de raad een nationaal onderzoekscentrum archeologie in te richten, gefinancierd door een te creëren innovatiefonds.
Dit is een origineel bericht van Raad voor Cultuur
Ga naar alle berichten van deze organisatie.