Terugkerende vakantiegangers lopen een verhoogde kans op een legionella-infectie in eigen huis. Burgers onderkennen niet de gevaren van kranen die langer dan een week niet worden gebruikt. Volgens Techniek Nederland, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche, worden hierdoor onnodig veel mensen na de vakantie besmet met legionella. De installateursvereniging heeft de tips om legionellabesmetting te beperken op een rij gezet.
De kans op legionellabesmetting is het grootst bij warm weer en als kranen niet regelmatig genoeg worden gebruikt, waardoor water in de leidingen stil staat en de watertemperatuur al snel boven de 25 graden uitkomt. Deze twee factoren vergroten de kans op vermeerdering van de legionellabacterie.
Grote gevolgen
Legionella-infecties hebben grote gevolgen, variërend van vermoeidheid, verlies van kortetermijngeheugen, mobiliteitsproblemen, longontsteking, forse griep tot zelfs de dood. Jaarlijks zijn er vierhonderd meldingen van legionellabesmetting, maar aangenomen wordt dat dit een onderrapportage is en er in werkelijkheid veel meer besmettingen per jaar zijn. Circa 150 Nederlanders lopen jaarlijks een legionellabesmetting op in het buitenland.
Kranen een minuut laten lopen
Techniek Nederland raadt terugkerende vakantiegangers aan om bij thuiskomst alle koud- en warmwaterkranen een minuut lang te openen. Daarbij is het belangrijk om het water rustig te laten stromen, om te voorkomen dat het water vernevelt. Besmetting vindt namelijk vooral plaats door het inademen van de waternevel, waardoor de bacterie zich in de longen nestelt.
Verneveling
Verneveling ontstaat voornamelijk onder de douche. Dit is te voorkomen door de sproeikop onder water in een emmer te houden of de douchekop in een washandje te verbergen. Doorspoelen is belangrijk om de kwaliteit van het water te kunnen waarborgen. Het doorspoelen zorgt er ook voor dat na lange stilstand de opgeloste stoffen in water zoals metalen uit de drinkwaterleiding gespoeld worden.
Tips om legionellabesmetting te beperken
1. Spoel na de vakantie alle koud- en warmwaterkranen een minuut lang.
2. Laat het water rustig stromen en voorkom dat u daarbij het water vernevelt. Dat kan door de sproeikop onder water in een emmer te houden, in een washandje of het sproeistuk van de kraan af te halen.
3. Hang een tuinslang niet op in de volle zon. Spoel altijd eerst een tuinslang die niet dagelijks wordt gebruikt. Voorkom ook hier verneveling.
4. Stel de temperatuur van het warm water in. Zorg ervoor dat het warme water uit alle kranen ten minste een temperatuur van 55 graden heeft.
Dit is een origineel bericht van Techniek Nederland
Ga naar alle berichten van deze organisatie.