In veel woningen gaat de kerstverlichting weer aan. Gevaarlijke situaties doen zich daarbij steeds minder vaak voor, zien installateurs die aangesloten zijn bij brancheorganisatie Techniek Nederland. Volgens de installateurs komt dat onder meer doordat consumenten oude kerstverlichting vervangen voor ledlampjes. Ledverlichting wordt niet warm en levert dus geen brandgevaar op. Ledlampjes maken kerst bovendien veel energiezuiniger. Ze verbruiken namelijk acht keer minder stroom dan ouderwetse gloeilampjes.
Lampjes vervangen is gevaarlijk
Oudere kerstverlichting bestaat vaak uit lampjes die vervangen kunnen worden. Dat brengt het risico met zich mee op contact met de bedrading en dus op een elektrische schok. Is de bedrading beschadigd of versleten, dan kan dat kortsluiting of brand veroorzaken. Oudere verlichting werkt bovendien op 230 volt, wat gevaarlijk kan zijn. Moderne kerstverlichting is meestal voorzien van een adapter of transformator. Die zet de netspanning van 230 volt om in een lagere spanning. Elektrotechnisch specialist John van Vugt van Techniek Nederland vindt daarom dat alle oudere verlichting vervangen zou moeten worden door ledverlichting. Om het nóg veiliger te maken heeft hij een extra advies: ‘Sluit het snoer van de kerstverlichting altijd aan op een elektragroep met randaarde en beveiligd door een aardlekschakelaar. En koppel geen verlengsnoeren of stekkerdozen aan elkaar.’
Buitenverlichting
In Nederland versieren we ook de tuin of de gevel graag met kerstverlichting. Maar niet alle kerstverlichting is bestand tegen water. De code IP44 op de verpakking geeft aan dat de verlichting geschikt is om buiten te gebruiken. Binnenverlichting heeft als code IP20 en kan dus niet worden gebruikt als buitenverlichting.
Acht tips van Techniek Nederland voor een veilige en energiezuinige kerst
1. Vervang oude lampjes door ledverlichting. Die verbruiken acht keer minder stroom. Bovendien worden led-lampjes niet warm, dus is er minder brandgevaar.
2. Controleer of de bedrading van de kerstverlichting niet is beschadigd. Beschadigde bedrading kan kortsluiting veroorzaken of een elektrische schok.
3. Verdeel de verlichting over verschillende elektragroepen, en schakel niet alle verlichting op hetzelfde moment in.
4. Schakel de verlichting met een schakelaar uit, dus niet door de stekker uit het stopcontact te halen.
5. Sluit de verlichting aan op een elektragroep met randaarde en beveiligd door een aardlekschakelaar.
6. Controleer voor welke toepassing verlichting, stekkerdozen en verlengsnoeren geschikt zijn. Buitenverlichting moet voorzien zijn van de code IP44.
7. Prop de stekkerdoos niet vol met elektrische apparaten. Dat kan kortsluiting of brandgevaar opleveren.
8. Zorg voor extra veiligheid en plaats op elke verdieping een rookmelder. Sinds 1 juli van dit jaar is dat wettelijk verplicht.
Dit is een origineel bericht van Techniek Nederland
Ga naar alle berichten van deze organisatie.