Het was landelijk nieuws, vorig jaar zomer: voor het eerst erkende een rechtspersoon aansprakelijk te zijn voor de overlast van eikenprocessierupsen. De verzekeraar van een recreatiepark in Overijssel betaalde een 78-jarige vakantieganger zijn door de rupsen verpeste vakantie terug, plus een bedrag aan smartengeld voor de doorstane ellende. Maar hoe staat het er juridisch gezien nu mee, één jaar later, nu de rupsen in nog veel grotere mate bijna het hele land lijken te overspoelen?
Bij letselschadebureau JBL&G in Amsterdam hebben ze het wel geweten, vorig jaar: wat een marginaal schadezaakje leek te worden, met volgens collega-kantoren maar weinig kans op succes, groeide uit tot een publicitair spektakel van de eerste orde. Kranten, websites, tijdschriften, radio en tv gingen met het verhaal aan de haal. Nog nooit eerder immers had iemand erkend zelf verantwoordelijk te zijn voor letsel veroorzaakt door plaagdieren op zijn terrein.
Dat ging ook in dit geval overigens niet van harte, herinneren eigenaar Steffy Roos du Maine en behandelend jurist Isabella Hamming van JBL&G zich nog best. “Onze client is goed ziek geworden van de rupsen op het recreatiepark waar hij vakantie vierde. Hij zat daar vaak op een bankje bij een eik, naar later bleek pal onder zo’n groot nest. De gemeente had er al op gewezen, maar de parkeigenaar had niks ondernomen, zelfs geen waarschuwing opgehangen of zoiets. Hij vond dat je zelf ook maar oplettend moest zijn in de natuur: ‘Ook andere insecten en dieren zijn niet op voorhand te weren. Denk aan wespen, muggen, mieren, muizen , teken, brandnetels. Wij kunnen niet voorkomen dat insecten en dieren in en om de bungalows op het park komen’, zei hij in eerste instantie. Vrij snel daarna al haalde hij toch bakzeil, en erkende zijn verzekeraar de aansprakelijkheid.”
Hoewel de eikenprocessieprupsen met hun funeste brandhaartjes dit jaar nog veel massaler in Nederland zijn opgedoken, is het op juridisch gebied sinds vorig jaar zomer angstig stil gebleven rond de beestjes. Wel hebben zich bij JBL&G sindsdien meerdere slachtoffers van de rupsen gemeld. Isabella Hamming: “Daar zijn echt schrijnende gevallen bij. Een gezin dat al járen last heeft van de rupsen, 45 nesten maar liefst, in een grote eik van de gemeente. Ze gebruiken anti-allergiemedicatie, de was kan niet meer buiten drogen, een dochter moest verhuizen naar de voorkant van het huis, en de achtertuin is al een hele tijd een no-go zone. De klachten worden elk jaar erger, maar de gemeente waar ze wonen gaat op korte termijn geen actie ondernemen. De planning is de eik in 2022 te kappen. En wat gaan ze dan herplanten? Twee nieuwe eiken …”
Juridisch is op zich nu wel helder hoe het ervoor staat met de eikenprocessierups. Jurist Mélusine Janssen van Boomzorg wijdde vorig jaar een heel artikel aan de ‘EPR’-casus van JBL&G, en ook zij stelt dat terreineigenaren er niet meer mee weg kunnen komen: “Eigenaren van bomen waarin zich EPR bevindt, zullen actief moeten handelen om de EPR te verwijderen en het publiek voldoende effectief te waarschuwen voor de aanwezigheid van EPR. Niets doen of het nemen van onvoldoende maatregelen kan leiden tot aansprakelijkheid en vergoeding van de geleden schade.”
Eigenaar Steffy Roos du Maine van JBL&G is ervan overtuigd dat de eerste erkende zaak van vorig jaar een omslag heeft betekend: “Gemeenten, boom- en terreineigenaren, terreinbeheerders en wegbeheerders zijn nu wel verplicht de bestrijding van de eikenprocessierups actief ter hand te nemen. Daarbij hoort ook het monitoren van mogelijke nesten en het duidelijk zichtbaar waarschuwen daarvoor. Als je als eigenaar weet dat er veel eiken staan waar de rups zich graag in nestelt, móét je nu wel zelf onderzoek verrichten en de rupsen structureel bestrijden.”
Eigenaar Steffy Roos du Maine (links) en jurist Isabella Hamming van JBL&G.
Foto: Marcel Jurian de Jong
Dit is een origineel bericht van Juridisch Bureau Letselschade & Gezondheidsrecht
Ga naar alle berichten van deze organisatie.