‘Directe verzekering funest voor letselschadeslachtoffer’

12 OKT 2020 13:37 | Juridisch Bureau Letselschade & Gezondheidsrecht

De invoering van een directe verzekering, waarbij verzekerden alleen met de eigen verzekeraar te maken krijgen en niet met een aansprakelijke partij, wordt desastreus voor letselschadeslachtoffers. Verzekeraars willen volgend jaar beginnen met een proef met WA-direct, in eerste instantie alleen voor materiele schade, later ook voor letselschade.  Letselschadebureau JBL&G voorspelt dat van de rechten van slachtoffers maar heel weinig overblijft, als deze plannen van het Verbond van Verzekeraars doorgaan.

“Het enige voordeel van een directe, first party verzekering is dat er geen getouwtrek is over de aansprakelijkheid bij een ongeluk”, stelt directeur Frederik Lieben van JBL&G. “Maar bij de meeste letselschadezaken is daar ook helemaal geen sprake van, wordt de aansprakelijkheid vrijwel altijd binnen de geldende termijn erkend en kan de schade worden geregeld. Waar altijd veel tijd en discussie in gaat zitten, zijn de medische eindtoestand van het slachtoffer en de causaliteit: komen de klachten inderdaad voort uit het ongeluk? Die discussies blijf je natuurlijk altijd houden, ook bij een directe verzekering.”

“Je merkt het nu al bij de schadeverzekering voor inzittenden, de SVI, wat immers ook al een soort directe verzekering is. Als daar toch een aansprakelijke partij bij om de hoek komt kijken, heb je daar ook weer mee te maken en zullen beide verzekeraars moeten overleggen over de hoogte van de schadevergoeding. De schadevergoeding zal namelijk uiteindelijk door de aansprakelijke partij moeten worden betaald. Een directe verzekering kan dus alleen sneller gaan wanneer de verzekeraar de schade niet mag verhalen op de eventueel aanwezige aansprakelijke partij, zo niet; dan gaat het hele effect van de snelheidswinst verloren. Maar ook zónder dit zogeheten regresrecht zitten er een hoop andere haken en ogen aan de directe verzekering.”

Lage verzekerde som

Belangenbehartigers zijn ook bang voor een relatief lage verzekerde som bij een directe verzekering. Lieben: “Om de schade te drukken en betaalbaar te maken gaf het Verbond van Verzekeraars al in 2015 aan beperkingen te moeten opnemen in de dekking van bepaalde schadeposten. Te denken valt aan een maximering van de omvang van de schade. Dan is het als slachtoffer dus toch weer raadzamer een aansprakelijke partij aan te spreken in plaats van je eigen verzekering. De WAM-polis geeft immers dekking tot € 6.070.000 voor schade aan personen en € 1.220.000 voor schade aan zaken. Bij directe verzekeringen als de SVI is dat vaak maar een ton, of hooguit een miljoen. Dat is natuurlijk een flink verschil.”

“Bij een directe verzekering kunnen bepaalde schadeposten bovendien worden uitgesloten. Zo wordt bij sommige SVI’s bijvoorbeeld maar 10% van het verlies van arbeidsvermogen vergoed, of geen buitengerechtelijke kosten, de kosten voor juridische hulp. Dat laatste is natuurlijk alleen al vreselijk. Niet zozeer voor ons als belangenbehartigers, maar vooral voor het slachtoffer, dat dan weer in zijn eentje moet opboksen tegen een machtige verzekeraar.”

Een ander aspect van de plannen van het Verbond van Verzekeraars waar veel belangenbehartigers van gruwen, is de voorgestelde genormeerde schadevergoeding bij materiële schade, en straks ook letsel: “Dat druist in tegen het hele huidige principe: een slachtoffer dient zoveel mogelijk in de positie te worden gebracht als vóór het ongeval. En wat doe je bijvoorbeeld als het slachtoffer in de bijstand zit en een gemeente de schadevergoeding met de bijstandsuitkering gaat verrekenen? Dan ben je beduidend slechter af dan iemand die niet in de bijstand zit.”

“De nog vrij nieuwe vergoeding voor affectieschade kent wél normbedragen, maar daar gaat het meer om het verstrekken van geld voor verdriet, pijn en leed door ernstig en blijvend letsel, of het overlijden van een naaste: smartengeld. Deze vorm van schade kan nooit concreet worden berekend. Normbedragen bieden in dat geval de enige wenselijke uitkomst. Als de schade wél concreet kan worden begroot, gaat die berekening volgens de wet altijd voor.”

Personeelstekort

“In het huidige aansprakelijkheidsrecht gaan veel zaken ook gewoon goed. De meeste dossiers verlopen namelijk wél adequaat en voortvarend, het kán dus wel! Dat hele systeem nu maar vervangen omdat bepaalde dossiers te lang duren, is wat ons betreft veel te kort door de bocht. Moeten we niet de oorzaak van het probleem aanpakken, in plaats van de gevolgen? De oorzaak zit hem onzes inziens louter in het personeelstekort bij verzekeraars, en medisch adviseurs werkzaam voor verzekeraars, waardoor de boel vaak stroperig verloopt. Het loont echt om dat voortvarend aan te pakken, want we weten allemaal dat het ongelofelijk duur is letselschadezaken maar te laten voortslepen. Het brengt onnodig veel kosten met zich mee, is voor iedereen frustrerend, en laten we vooral het extra leed dat dit voor slachtoffers teweegbrengt niet vergeten.”

“En dan klagen de verzekeraars ook nog dat belangenbehartigers zo duur worden: ja, geen wonder, als we in een zaak constant moeten rappelleren omdat de verzekeraar vanwege de opgelopen achterstand alwéér zes weken niets in een dossier heeft kunnen doen. Verzekeraars vergeten dat dit niet alleen de extra tijd van de rappeltelefoontjes en -mailtjes is, maar ook de benodigde tijd om de cliënt gerust te stellen. Het enige wat wellicht lijkt te helpen is dat er strenge sancties worden gezet op het overschrijden van de termijnen uit de Gedragscode Behandeling Letselschade. Voor zowel belangenbehartigers als verzekeraars. De meeste verzekeraars roepen al jaren loze woorden als: 'Er wordt aan gewerkt' en: ‘We zijn met partijen in gesprek om de reactietermijnen na te leven’. Het wordt nu tijd dat maar eens streng te controleren én te beboeten, want dat roept men al jaren. Veel collega’s noemen de GBL inmiddels dan ook de Grote Boze Leugen …”

“De belangen van de verzekerde en de verzekeraar zouden in harmonie moeten zijn, maar de praktijk laat helaas anders zien. Het is echt een utopie te denken dat verzekeraars en slachtoffers nooit meer strijd met elkaar zullen hoeven te voeren. Jammer, maar zo is het. Dat houd je altijd in een systeem waarbij de één betaalt en de ander verhaalt.”

Foto: Directeur Frederik Lieben van JBL&G. Foto: JBL&G

Overname van (delen van) dit persbericht is uitdrukkelijk alleen toegestaan als de naam van ons bureau daarbij genoemd wordt: letselschadebureau JBL&G. Bij relevante online media wordt een link zeer op prijs gesteld: https://www.juridischbureauletselschade.nl

Meer binnen deze rubriek