Een recreatiepark in Overijssel heeft de aansprakelijkheid erkend voor het letsel dat een gast opliep door de eikenprocessierupsen op het park. Namens de 78-jarige vakantieganger betoogde letselschadebureau JBL&G uit Amsterdam met succes dat ook een parkeigenaar verantwoordelijk is voor mogelijke plaaginsecten op zijn terrein.
Het is voor zover bekend de eerste keer in Nederland dat een particulier of ondernemer de aansprakelijkheid erkent voor letselschade door de rupsen. Hun brandharen dringen huid, ogen en luchtwegen binnen en veroorzaken irritaties, ontstekingen en een grieperig gevoel. Voor honden kunnen ze levensgevaarlijk zijn.
Op recreatiepark ‘t Hooge Holt in Gramsbergen stond een bankje voor bezoekers pal onder een eikenboom met daarin een nest van de eikenprocessierups. Vakantieganger Harm Touwslager uit Hendrik-Ido-Ambacht was er in juni nietsvermoedend meermalen op gaan zitten om naar dartelende geitjes te kijken. Tot hij ’s morgens wakker werd van een ondraaglijke jeuk, een ‘explosie aan ontstekingen’ en een ellendig, ziek gevoel, dat de rest van de vakantie aanhield.
Het recreatiepark zelf wilde eerst niets van zijn klachten weten. Touwslager: “Ik wilde excuses en een tegemoetkoming in de kosten. In plaats daarvan reageerden ze of het mijn eigen schuld was. Voordat ik op dat bankje ging zitten, had ik maar naar boven moeten kijken of er een nest zat. Ronduit onbeschoft. Het ergste vind ik nog wel dat mijn hond er zomaar dood aan had kunnen gaan! Ik houd zielsveel van dat beest, dat zou echt vreselijk geweest zijn. Als je op internet ziet hoe die besmette honden eraan toe zijn … Dáár heb ik me dus echt boos over gemaakt, over de nonchalance waarmee dat terzijde werd geveegd.”
Deze week echter erkende het park plotseling de aansprakelijkheid voor de door de rupsen aangerichte schade, middels een kort briefje van verzekeraar Nationale Nederlanden, waarin wordt voorgesteld de schade binnenkort te regelen.
Touwslager: “Het gaat me heus niet om het geld of zo, ik ben niet armlastig. Ik hoef ook geen Amerikaanse toestanden en torenhoge claims. Het is vooral een principekwestie, dat ze niet zo laconiek met de gezondheid van bezoekers moeten omspringen. Wat ik wilde bereiken heb ik bereikt: door alle publiciteit is nu toch wel genoegzaam bekend hoe gevaarlijk die rupsennesten kunnen zijn; voor vakantiegangers, maar vooral ook voor kinderen en honden. En parkeigenaars zijn nu gewaarschuwd dat ze er echt actief mee aan de slag moeten, omdat ze dus wel degelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld.”
Letselschadebureau JBL&G is zeer tevreden met de uitkomst. Eigenaresse Steffy Roos du Maine: “Gemeenten, boom- en terreineigenaren, terreinbeheerders en wegbeheerders zijn verplicht de bestrijding van de eikenprocessierups actief ter hand te nemen. Daarbij hoort ook het monitoren van mogelijke nesten en het waarschuwen daarvoor. In dit geval had de gemeente het park ingelicht over de rupsen, ze wisten dat er veel eiken staan waar de rups zich graag in nestelt, en toch hebben ze nagelaten zelf onderzoek te verrichten en de rupsen structureel te bestrijden. In deze zaak zijn zelfs pas maatregelen genomen nadat het gevaar zich al had voorgedaan en onze cliënt letselschade had opgelopen: een papiertje met een waarschuwing en een rood-wit lintje om het bankje. Pas dagen later is het bankje eindelijk weggehaald. Te laat, te laks, te weinig.”
FOTO'S: Door EPR besmette arm; bankje met waarschuwingslint; bankje verwijderd; waarschuwing voor EPR. Foto's: JBL&G
PORTRET: Steffy Roos du Maine, eigenaresse JBL&G. FOTO: Marcel Jurian de Jong
Dit is een origineel bericht van Juridisch Bureau Letselschade & Gezondheidsrecht
Ga naar alle berichten van deze organisatie.