Zelfs in een extreem nat jaar melden steeds meer grondeigenaren zich bij het waterschap voor advies. Het programma ‘Elke druppel de grond in’ is in 2018 ontstaan om de extreme droogte aan te pakken. De balans tussen water vasthouden en water afvoeren staat centraal. Het programma blijft groeien in deelnemers. Maar ook in onderzoek en kennis.
Minder diep maken van sloten
Nieuw in het aanbod van het waterschap is de aanpak van onderaf met grondeigenaren. In het persoonlijk contact bouwen we samen kennis op. We leren hoe je beter kunt omgaan met droge jaren. Maar ook met een extreem nat jaar zoals nu. Afgelopen woensdag 2 oktober is gestart met het verondiepen van de sloot bij melkveehouderij Wilbert Kobus in Barlo (gemeente Aalten). Deze werd met grond aangevuld. De bodem van de sloot komt hoger te liggen. Dit zorgt ervoor dat het water niet snel wordt afgevoerd, maar in de bodem wordt vastgehouden.
‘De hoge zandgronden zijn dan minder kwetsbaar voor droogte’, zegt waterschapsbestuurder Peter Schrijver. ‘Zo'n sloot voert dan minder water uit de bodem af. En dat betekent dat het water langer beschikbaar is voor de landbouwgewassen en de natuur. Maar, het blijft maatwerk en het verondiepen van sloten kan niet zomaar overal. Wateroverlast kan ook zo maar weer aan de hand zijn. We moeten het teveel aan water ook afvoeren’.
Agrariër Wilbert Kobus kijkt tevreden naar de graafmachine: ‘De afgelopen droge jaren hebben me aan het denken gezet. Ik ben heel praktisch. Eerst heb ik zelf geprobeerd om water vast te houden. Pas dan besef je hoeveel water er wordt afgevoerd. Op plekken waar ik water opstuwde liep het water terug in de drain. Op deze plekken bleef het perceel veel groener in droge tijden. Dan word je creatief en ga je kijken wat je nog meer kan doen om water vast te houden. Samen met het waterschap hebben we gekeken naar oplossingen. Ook mijn buurman is hierbij betrokken. Zijn land ligt ook aan de sloot. Gelukkig staat hij helemaal achter het plan’.
Samen kennis opdoen
In het programma ‘Elke druppel de grond in’ staan grondeigenaren centraal. Het waterschap ondersteunt hen. Met kennis en begeleiding. Maar ook met het uitvoeren. Zo wordt onder andere bodemonderzoek uitgevoerd in het veld. De deelnemers delen op hun beurt hun kennis over hun land met elkaar en met het waterschap. Over hoe het bodem- en watersysteem werkt én over het grondgebruik en het landschap.
Deze stap is belangrijk voor het vertrouwen in de samenwerking. En om te bepalen welke maatregel op welke plek het beste werkt. Maar ook om te begrijpen hoe het bodem- en watersysteem werkt. Zo leren grondeigenaren om hier ook in de toekomst bij verschillende weersituaties zo goed mogelijk mee om te gaan.
Tot en met juni 2024 namen in totaal ongeveer 650 grondeigenaren deel aan 'Elke druppel de grond in'. Ook nu blijven grondeigenaren zich aanmelden en komen grondeigenaren steeds vaker terug voor een volgende klimaat robuustere stap. Deelnemers zijn agrarische grondeigenaren en eigenaren van natuurgronden. Maar ook particuliere grondeigenaren en andere grondeigenaren.
Balans tussen te nat en te droog
Het programma ‘Elke druppel de grond in’ is ontstaan als antwoord op de droogteproblematiek. Peter Schrijver: ‘Dat ook voldoende afvoermogelijkheden van water belangrijk is heeft dit natte jaar bewezen. Van elkaar leren we hoe we omgaan met deze verschillende situaties. Zo werken we samen aan een goede balans tussen te natte en te droge omstandigheden’.
Wilbert Kobus (staand 2e van links) en Peter Schrijver (staand 4e van rechts) met collega's van het waterschap en uitvoerders Negam
Dit is een origineel bericht van Waterschap Rijn en IJssel
Ga naar alle berichten van deze organisatie.