Veiligheidsgevoel mbo-student licht gedaald

09 OKT 2018 17:57 | ecbo

Over het algemeen ervaren studenten en medewerkers de sfeer op mbo-scholen als goed

Het veiligheidsgevoel van mbo-studenten is voor het eerst in jaren afgenomen. Onder medewerkers van mbo-scholen is het veiligheidsgevoel onverminderd hoog. Studenten en medewerkers zijn overwegend tevreden over het veiligheidsbeleid op de scholen en ervaren de sfeer op mbo-scholen over het algemeen als goed. Dit blijkt uit de zevende Monitor Sociale Veiligheid, een landelijk representatief onderzoek onder studenten en medewerkers in het middelbaar beroepsonderwijs uitgevoerd door het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo).

Gevoel van veiligheid

Aan het onderzoek deden ruim 20.000 studenten en ruim 7.000 medewerkers van mbo-scholen mee. De daling in het veiligheidsgevoel bij studenten is een trendbreuk ten opzichte van de jarenlange verbetering van het veiligheidsgevoel. In de klaslokalen voelt 83% zich meestal veilig, 14% weet het niet goed of zegt ‘neutraal’, en de rest, 3% van de studenten zich meestal enigszins tot zeer onveilig. Voorgaande jaren voelde 2% zich onveilig.

Onder medewerkers van mbo-instellingen is het veiligheidsgevoel onverminderd hoog: 97% voelt zich in de eigen werkruimten enigszins tot zeer veilig. Daarbuiten, zoals in de omgeving van de school, is dat percentage iets lager. Over het algemeen ervaren studenten en medewerkers de sfeer op mbo-scholen als goed.

Incidenten

Studenten rapporteren meer incidenten van onveiligheid dan in eerdere jaren. Het gaat om betrokkenheid als slachtoffer of dader bij vernieling of diefstal, om incidenten van pesten, of om ongeoorloofd gedrag zoals drugsgebruik of wapenbezit. Het spijbelgedrag vertoont een positieve ontwikkeling: minder studenten geven aan dat zij hebben gespijbeld. Medewerkers melden iets meer incidenten dan voorgaande jaren over vernieling en diefstal, en over psychisch-fysiek geweld.

Uit het onderzoek blijkt dat de meeste incidenten waarmee studenten of medewerkers zijn geconfronteerd niet bij de school worden gemeld. Ongeveer een derde tot de helft wordt wel gemeld. Opvallend is dat incidenten van seksueel geweld het minst worden gemeld.

Doelgroepen

De monitor laat zien dat sommige groepen zich minder vaak veilig voelen en meer met incidenten van onveiligheid worden geconfronteerd. Het gaat onder meer om vrouwelijke studenten, (jonge) vrouwelijke medewerkers en om LHBT-studenten en -medewerkers. Ondanks dat LHBT’ers zich vaker onveilig voelen dan gemiddeld, lijkt in vergelijking met de voorgaande meting de acceptatie van LHBT’ers te verbeteren. Meer LHBT’ers zijn open over hun geaardheid.  

Maatregelen

Studenten en medewerkers zijn overwegend tevreden over het veiligheidsbeleid van scholen. Steeds meer scholen voeren dan ook actief beleid om de sociale veiligheid te verbeteren. Op basis van het onderzoek onderscheiden de onderzoekers drie manieren waarop de sociale veiligheid verbeterd kan worden. Ten eerste kunnen de betrokkenheid en de bekendheid van maatregelen worden vergroot. Op veel scholen zijn er bijvoorbeeld meldpunten en vertrouwenspersonen, maar die zijn relatief onbekend bij zowel studenten als medewerkers. Meer bekendheid zou ook het aantal meldingen vergroten. Ten tweede kan gericht beleid ontwikkeld worden voor specifieke thema’s, bijvoorbeeld drugsgebruik, of doelgroepen die zich minder veilig voelen, zoals (jonge), vrouwelijke studenten en medewerkers of LHBT-studenten en -medewerkers. Ten derde kunnen docenten getraind worden in het omgaan met situaties waarmee zij moeite hebben, zoals het omgaan met agressie of seksuele weerbaarheid van studenten.

De monitor wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Voor meer informatie over kunt u contact opnemen met Karel Kans, senior onderzoeker Expertisecentrum Beroepsonderwijs, karel.kans@ecbo.nl of via 073 687 25 00.

Meer binnen de rubriek Benodigdheden voor bijzonder onderwijs