Nederlandse hulporganisaties hervatten hulpverlening in Tigray

Na een maand van gedwongen stilstand hebben de hulporganisaties van de Dutch Relief Alliance de hulpverlening in Tigray hervat. Sinds de Ethiopische regering 28 juni een eenzijdige wapenstilstand afkondigde en gewapende beweging Tigray People's Liberation Front hoofdstad Mekelle innam, verslechterde de veiligheidssituatie zodanig dat hulpverlenen amper nog mogelijk was. Door de inzet van Cordaid, ZOA, SOS Kinderdorpen, Stichting Vluchteling, Tearfund en Save the Children komt dit mondjesmaat weer op gang.

Voedsel

De hulporganisaties kunnen weer enkele locaties bereiken, zoals het stadje Alamata, om daar voedselpakketten uit te delen. Dat is hard nodig want volgens de laatste cijfers van de VN dreigt voor meer dan 2 miljoen mensen in het gebied een voedselcrisis. Vanwege het conflict en de plunderingen hebben boeren minder gewassen kunnen verbouwen en raken de voorraden uitgeput.

‘Dignity kits’

Ook worden waar mogelijk goederen uitgedeeld, zoals matrassen, dekens, keukengerei en gereedschap om huizen te repareren. Aan meisjes en vrouwen worden er zogenoemde ‘dignity kits’ verstrekt. In deze pakketten zitten onder andere wc-papier, schoon ondergoed en maandverband, maar ook een fluitje en een zaklamp. Die laatste twee voorwerpen zijn van belang voor de veiligheid van vrouwen en meisjes, wanneer ze bijvoorbeeld in het donker naar het toilet moeten. Op zulke momenten zijn ze extra kwetsbaar en kan het fluitje helpen om alarm te slaan.

Situatie blijft instabiel

De zes organisaties die actief zijn in het gebied, proberen zo veel mogelijk te betekenen voor de bevolking. Maar de instabiliteit in en rond Tigray blijft de hulpverleners ernstig belemmeren. Er is nagenoeg geen internet en het telefoonnetwerk is erbarmelijk. Communiceren met medewerkers ter plekke is bijna niet te doen. Ook zijn de banken gesloten, waardoor het uitdelen van contant geld niet mogelijk is.

Jette Swinkels, noodhulpcoördinator bij Cordaid: “Toegang tot het gebied blijft lastig en er zijn plaatsen die we nog helemaal niet kunnen bereiken. Bovendien is de veiligheidssituatie zorgwekkend. De afgelopen weken zijn er aanslagen geweest op hulpverleners en hulpkonvooien. We zijn de situatie constant aan het monitoren om te bepalen wat nog verantwoord is.”