Jaap Uijlenbroek
Aanleiding:
Aardbeienteler stampt huisvesting voor vierhonderd werknemers uit de grond - Nieuwe Oogst
Het verdient waardering dat een aardbeienteler in Bemmel van het bedrijf Royal Berry, zélf huisvesting uit de grond stampt voor vierhonderd internationale medewerkers. In een tijd waarin veel gemeenten struikelen over vergunningen of draagvlak, toont deze ondernemer wat verantwoordelijkheid nemen betekent. Maar wie als werkgever de juiste dingen wil doen, stuit op een probleem dat onder de radar blijft: de wet maakt goede huisvesting voor internationale medewerkers juridisch steeds moeilijker.
Sinds de Wet vaste huurcontracten op 1 juli 2024 in werking trad, zijn tijdelijke huurcontracten niet meer mogelijk. Wat overblijft, is een huurcontract voor onbepaalde tijd, onwerkbaar bij seizoensarbeid, of een logiesovereenkomst (‘verhuur naar aard van korte duur’) zonder wettelijke huurbescherming. Voor internationale medewerkers betekent dat: wonen zonder wettelijke huurbescherming. Voor werkgevers zijn er juridische risico’s omdat logiescontracten de enige optie zijn. Kortom, het afschaffen van de tijdelijke huurovereenkomst was voor arbeidsmigranten een verslechtering.
In 2024 nam de Tweede Kamer een motie aan waarin het kabinet werd opgeroepen met een oplossing te komen: een doelgroepgericht huurcontract voor tijdelijk werkenden. Denk aan een vorm die recht biedt op fatsoenlijke huisvesting, maar ook flexibiliteit geeft bij seizoensgebonden werk. Maar het beloofde doelgroepcontract is er nog niet.
Het wordt tijd dat er stappen worden gezet: de teruggang in rechten voor arbeidsmigranten is nog steeds niet weggenomen, terwijl er in Den Haag een brede consensus is dat we die rechten moeten versterken.
Dit is een origineel bericht van Lento
Ga naar alle berichten van deze organisatie.