Een aantal personen en rechtspersonen (zie bijlage 1) die strafrechtelijke aangifte deden tegen de tabaksindustrie hebben vandaag met een handhavingsverzoek de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gevraagd alle sigaretten uit de handel te nemen die niet aan de wettelijke maxima van teer, nicotine en koolmonoxide voldoen. Volgens meting van het overheidsinstituut RIVM zijn dat nagenoeg alle sigarettenmerken die in Nederland te koop zijn.
Vrijwel alle sigarettenmerken die dagelijks in Nederland worden verkocht bevatten minimaal twee keer zoveel gif als wettelijk is toegestaan. Het gaat om het kankerverwekkende teer, de verslavende nicotine en om koolmonoxide dat onder meer hart- en herseninfarcten veroorzaakt. Deze dramatische overschrijding van de wettelijke regels is onlangs gerapporteerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Deze rapportage is de directe aanleiding om vandaag de NVWA te vragen om maatregelen te nemen. Immers, de overheid heeft zelf vastgesteld dat sigaretten veel giftiger zijn dan wettelijk toegestaan en toch blijven ze gewoon te koop.
Het ”handhavingsverzoek” van vandaag (zie bijlage 2) vraagt om het uit de verkoop halen van alle sigarettenmerken die niet aan de maxima voor teer, nicotine en koolmonoxide voldoen. Het is gericht aan de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA), die belast is met de handhaving van de Tabaks- en rookwarenregelgeving. De indieners vragen de NVWA met voorrang op het verzoek te beslissen.
Sjoemelsigaret
De Europese en Nederlandse tabaksregelgeving bepaalt dat sigaretten bij beoogd gebruik (dus: inhaleren door de mens) per sigaret niet meer dan 10 mg teer, 1 mg nicotine en 10 mg koolmonoxide (TNCO) mogen afgeven. De wet bepaalt ook dat de overheid dit moet controleren met een in de wet vastgelegde ISO-gecertificeerde methode met behulp van een ISO-gecertificeerde rookmachine. Deze ISO-methode geeft volgens het RIVM echter een sterk vertekend beeld sinds tabaksfabrikanten gaatjes hebben aangebracht in sigarettenfilters. Door die gaatjes wordt schone lucht aangezogen die zich vermengt met de sigarettenrook. Het aldus verdunde en vervolgens gemeten rookmengsel bevat dan ook veel minder gifstoffen en voldoet daardoor dan precies aan de wettelijke normen. “Sjoemelen” wordt dat genoemd.
De mens rookt anders dan de ISO-rookmachine en houdt met de vingers en de lippen (een deel van) de gaatjes dicht zodat hij de niet-verdunde giftige lucht inhaleert. Het RIVM oordeelt in een persbericht dat de ISO-methode een ‘onderschatting geeft van de hoeveelheden TNCO die een roker binnenkrijgt’. Deze uitspraak is gebaseerd op onderzoek van 100 verschillende sigarettenmerken met behulp van de Canadian Intense meetmethode, die nu juist de niet-verdunde rook meet, waardoor een situatie ontstaat die veel meer lijkt op hoe er in de praktijk door de gemiddelde roker geïnhaleerd wordt.
Gezondheid burger moet beschermd
De NVWA heeft al te kennen gegeven dat zij zich gebonden acht aan de wettelijk voorgeschreven ISO-methode en dat er dus niets te handhaven valt. De indieners van het handhavingsverzoek vinden dat de NVWA daarmee dan de ogen sluit voor de verplichtingen van de overheid om de gezondheid van de burger te beschermen. In concreto betekent dit dus handhaven van de eveneens wettelijk voorgeschreven maximale TNCO waarden voor sigaretten, welke maximering de schade aan de gezondheid nu juist beoogt te beperken.
Dit is een origineel bericht van Stichting Rookpreventie Jeugd
Ga naar alle berichten van deze organisatie.