In de maatschappelijke discussie over de vondelingen en babylijkjes wordt regelmatig gerefereerd aan de vele vroegere, aan Nederlandse kerken en kloosters verbonden vondelingenluikjes. Deze vormen een van de belangrijkste argumenten in de maatschappelijke rechtvaardiging van de hedendaagse vondelingenkamers.
Het NIDAA-artikel dat deze week is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Sociologos betoogt aan de hand van historische en moderne bronnen over de periode 1500-1900 dat dit een tweeledige mythe betreft. Ten eerste was er vanaf de middeleeuwen geen grootschalig aanbod van vondelingenluiken in Nederland; tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden lagen zij vooral in het gebied dat het huidige België vormt. En ten tweede hadden de vondelingenluiken die er wél waren, geen binding met de genoemde religieuze instellingen.
De meest voor de hand liggende verklaring voor deze mythevorming is het feit dat zowel religieuze gebouwen als vondelingenluiken plekken zijn waar mensen in het verleden hun jonggeborenen weggelegd hebben. In de volksverhalen over vondelingenluiken zijn deze elementen een valse eenheid gaan vormen. De functie van deze mythologisering wordt in dit onderzoek geïnterpreteerd als de vorming van een moreel kompas in het zoeken naar een oplossing voor vrouwen die hun kind niet kunnen, mogen of willen houden, en daarbij niet de formele kanalen gebruiken.
Het artikel is als pdf bijgesloten bij dit bericht en is online beschikbaar via nidaa.nl > naslag Nederland en België, of direct via https://bit.ly/2JHxFKm
Dit is een origineel bericht van Stichting Nederlands Instituut voor de Documentatie van Anoniem Afstanddoen (NIDAA)
Ga naar alle berichten van deze organisatie.