Het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland moet alsnog uitgebreid onderzoek laten doen naar de milieugevolgen van een nieuwe biomassacentrale in Diemen. De provincie heeft Vattenfall in 2019 een omgevingsvergunning verleend voor die centrale, zonder dat daarvoor een zogenoemd milieueffectrapport was opgesteld. Dat had in dit geval wel gemoeten, oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak in een uitspraak van 30 augustus 2023. Daarom heeft zij de omgevingsvergunning vernietigd.
Biomassacentrale
De omgevingsvergunning maakt de bouw van een biomassacentrale mogelijk op het terrein van Vattenfall in Diemen. Vattenfall exploiteert daar al twee gascentrales en een hulpwarmtecentrale. Het is de bedoeling dat de biomassacentrale jaarlijks maximaal 212 kiloton aan houtpellets zal verbranden. De warmte die daarbij vrijkomt, zal gebruikt worden om huishoudens in de gemeenten Amsterdam, Diemen en Almere van warmte te voorzien. Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A. (MOB) is tegen de vergunning in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak.
Milieueffectrapport
De centrale vraag in deze zaak was of voor de biomassacentrale een milieueffectrapport opgesteld had moeten worden. Milieuregels schrijven zo’n uitgebreid onderzoek naar de milieueffecten voor als in de centrale meer dan 100 ton niet-gevaarlijke afvalstoffen per dag worden verbrand. Volgens de provincie zijn de houtpellets die Vattenfall wil verbranden geen afvalstof. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat de houtpellets in dit geval wél als afvalstof moeten worden beschouwd. Daarmee moet de centrale als een afvalverbrandingsinstallatie worden aangemerkt en had de provincie de vergunning niet mogen verlenen zonder een milieueffectrapport.
Afvalstof
Wanneer is sprake van een afvalstof? Dat hangt af van specifieke omstandigheden. De intentie van degene die de stof levert is daarbij doorslaggevend. Wil die ervan af? Dan wordt de stof aangemerkt als een afvalstof. In deze zaak heeft Vattenfall de provincie te weinig concrete informatie gegeven over de herkomst van de houtresten waarvan de pellets zijn gemaakt en over de intentie van degene die deze houtresten levert aan de producent van de pellets. Zonder die informatie kon de provincie niet uitsluiten dat de houtresten, en daarmee de pellets, als afvalstof moesten worden aangemerkt. Daarom is in dit geval een milieueffectrapport vereist. Dat sprake is van schoon, onbehandeld hout is daarbij niet doorslaggevend. De milieuregels stellen de intentie van degene die de houtresten levert centraal voor de vraag of deze moeten worden beschouwd als afvalstof en niet (alleen) de kwaliteit van het hout zelf. Dat betekent overigens ook dat houtresten en houtpellets dus niet altijd als een afvalstof hoeven te worden beschouwd en ook dat er dus niet standaard voor verbranding daarvan een milieueffectrapport hoeft te worden gemaakt.
Wat nu?
Doordat de omgevingsvergunning voor de biomassacentrale is vernietigd, zal de provincie Noord-Holland een nieuwe beslissing moeten nemen op de vergunningaanvraag van Vattenfall. Als de provincie de vergunning opnieuw wil verlenen, zal eerst een milieueffectrapport moeten worden opgesteld. De provincie heeft voor de biomassacentrale ook twee natuurvergunningen verleend aan Vattenfall. Tegen die vergunningen is MOB ook in hoger beroep gekomen. De Afdeling bestuursrechtspraak zal in die zaken, met zaaknummers 202104695/1 en 202104694/1, later uitspraak doen.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.