Langere beslistermijn voor Dienst Toeslagen in zaken hersteloperatie toeslagen

26 MRT 2025 10:15 | Raad van State

De Dienst Toeslagen krijgt in het vervolg 60 weken langer de tijd om te beslissen op bezwaarschriften van ouders die het niet eens zijn met de compensatie die de dienst heeft vastgesteld op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen. Dit staat in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van vandaag (26 maart 2025). De hersteloperatie is onder meer vastgelopen door de onrealistisch korte beslistermijn die de wetgever heeft bepaald voor het beslissen op bezwaarschriften. Ook het aanspannen van rechtszaken om met een rechterlijke dwangsom de dienst sneller te laten beslissen, helpt niet meer. De wetgever heeft de eerdere oproep van de Afdeling bestuursrechtspraak niet opgepakt om realistischere beslistermijnen in de wet op te nemen. Daarom ziet zij zich nu genoodzaakt om zelf een nieuwe beslistermijn voor de bezwaarfase vast te stellen. Die is lang en de Afdeling bestuursrechtspraak is zich ervan bewust dat dit bij gedupeerde ouders kan overkomen als beloning van een niet goed functionerende Dienst Toeslagen. Toch is het naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak zinloos om de dienst een termijn te stellen die hij overduidelijk niet kan halen.

Opnieuw terugkoppeling van de rechter naar de wetgever

In augustus 2023 deed de Afdeling bestuursrechtspraak al een uitspraak over de beslistermijnen in de hersteloperatie toeslagen. Zij riep de wetgever toen op om zijn verantwoordelijkheid te nemen en de beslistermijnen in de Wet hersteloperatie toeslagen aan te passen. Dat heeft de wetgever echter niet gedaan. Dit terwijl de Dienst Toeslagen de beslistermijn grootschalig en structureel overschrijdt en procedures tegen het uitblijven van beslissingen op bezwaar aan de orde van de dag zijn. Zowel bij de Dienst Toeslagen als bij de rechtbanken. Het instellen van beroep bij de bestuursrechter tegen het uitblijven van beslissingen in de hersteloperatie functioneert daardoor niet meer. De bestuursrechter kan geen effectieve rechtsbescherming meer bieden. En de belangen van ouders die afwachten en geen beroep instellen tegen het uitblijven van een beslissing, staan ernstig onder druk omdat hun zaken onderaan de stapel belanden.

Nieuwe beslistermijnen

De Afdeling bestuursrechtspraak ziet zich daarom genoodzaakt om de Dienst Toeslagen een langere beslistermijn te geven in rechtszaken tegen het uitblijven van een beslissing op een bezwaarschrift. Daarmee wil zij bereiken dat de hersteloperatie toeslagen niet nog verder vastloopt. Ook kan de Dienst Toeslagen zich dan weer zoveel mogelijk bezighouden met inhoudelijke besluitvorming en vermindert de belasting voor de rechtbanken.

·         In rechtszaken waarin ouders in het gelijk worden gesteld over het uitblijven van een beslissing op hun bezwaarschrift wordt de nadere beslistermijn zo vastgesteld dat er in alle gevallen een totale nadere beslistermijn van 60 weken geldt. Die termijn gaat lopen na afloop van de wettelijke beslistermijn. Zijn na de wettelijke beslistermijn bijvoorbeeld 20 weken verstreken? Dan krijgt de Dienst Toeslagen nog 40 weken de tijd om een beslissing op bezwaar te nemen. Heeft de dienst na afloop van die 60 weken nog steeds geen beslissing genomen? Dan moet hij de ouders een dwangsom betalen van € 100,00 voor elke dag dat die termijn verder wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,00.

·         Als de Afdeling bestuursrechtspraak in een rechtszaak over het uitblijven van een beslissing op bezwaar constateert dat de nadere beslistermijn van 60 weken al voorbij is, dan zal zij de Dienst Toeslagen opdragen om alsnog binnen twee weken een beslissing te nemen. Die wettelijke termijn gaat lopen vanaf de dag dat de uitspraak wordt verzonden. Wordt deze termijn van twee weken overschreden? Dan moet de Dienst Toeslagen de ouders een dwangsom betalen van € 250,00 voor elke dag dat hij de termijn overschrijdt, met een maximum van € 37.500,00.

Gevolgen voor gedupeerde ouders

Het is zeer wrang dat juist de hersteloperatie toeslagen zo is vastgelopen dat zelfs het instrument dat wachtende ouders hebben om snellere besluitvorming te bewerkstelligen hen niet meer helpt. De Afdeling bestuursrechtspraak realiseert zich dat de beslistermijn van 60 weken in de bezwaarfase bij gedupeerde ouders kan overkomen als een oordeel ten gunste van de Dienst Toeslagen en ten koste van henzelf. Maar naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak is het zinloos om de Dienst Toeslagen een termijn te stellen die hij overduidelijk niet kan halen waardoor hij telkens opnieuw dwangsommen moet betalen. Het instellen van beroep bij de bestuursrechter tegen het uitblijven van besluiten op bezwaar moet daadwerkelijk leiden tot snellere besluitvorming en dat gebeurt nu niet. De dwangsom die de bestuursrechter daarbij kan opleggen, is bedoeld als financiële prikkel om op tijd te beslissen en is geen sanctie voor de Dienst Toeslagen of een tegemoetkoming aan de ouders voor het lange wachten.

Voor meer informatie over de uitspraak en/of de procedure kun je contact opnemen met mr. Wendy van der Sluijs, woordvoerder bij de Raad van State, via 06 – 23 31 75 06.

Meer binnen de rubriek Recht