Vijf jaar na het rapport van de commissie-Roemer zijn belangrijke stappen gezet om arbeidsmigranten beter te beschermen. De kritiek dat er bar weinig is gebeurd, vraagt om nuancering. Tegelijk is het tempo waarin sommige maatregelen worden uitgevoerd te laag.
Het beeld dat niets is veranderd, doet geen recht aan de gerealiseerde vooruitgang. De Wet goed verhuurderschap is op 1 juli 2023 ingegaan en biedt arbeidsmigranten belangrijke bescherming. Huurcontracten moeten nu los staan van arbeidscontracten, wat de afhankelijkheid van werkgevers vermindert. Gemeenten kunnen vergunningen verplichten voor verhuur aan arbeidsmigranten en handhaven op kwaliteitseisen.
Vorige week nam de Eerste Kamer de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten aan. Vanaf 2027 moeten uitzendbureaus een vergunning hebben om te mogen opereren. Dit toelatingsstelsel, een kernaanbeveling uit het rapport, gaat malafide praktijken aanpakken. Ook het wetsvoorstel om short-stay verhuur aan te banden leggen ligt er. Minister Keijzer kondigde deze maand aan dat short-stay contracten worden beperkt tot 30 dagen.
Deze maatregelen zijn essentieel, maar de implementatie duurt erg lang. Arbeidsmigranten ervaren dagelijks de gevolgen van die vertraging. Ernstiger is dat er dossiers liggen waar nauwelijks voortgang in zit. Het koppelen van bestanden om beter inzicht te krijgen in aantallen arbeidsmigranten blijft achter. Ook de toegankelijkheid van het rechtssysteem voor arbeidsmigranten vraagt meer aandacht.
De ingezette maatregelen moeten snel worden uitgevoerd en de blinde vlekken aangepakt. Alleen zo maken we arbeidsmigranten echte gelijkwaardige partners in onze economie, niet tweederangsburgers. Als deze aanbevelingen blijven liggen, verliezen zowel arbeidsmigranten als bonafide werkgevers. Zij hebben er baat bij dat malafide praktijken worden uitgeroeid en er duidelijke spelregels komen. Snelheid is nu de doorslaggevende factor.