De hoge opkomst voor de Europese verkiezingen van 2019 is te danken aan de toename van het aantal jongeren dat is gaan stemmen. Vooral kiezers jonger dan 25 jaar (+14 pp) en de groep van 25-39-jarigen (+12 pp) zijn in grotere getalen gaan stemmen. Dit wijst de nieuwste Eurobarometer-enquête uit, een peiling over de Europese verkiezingen die in alle lidstaten in afgenomen. De algemene opkomst bij de Europese verkiezingen was met gemiddeld 50,6% de hoogste sinds 1994.
In 19 lidstaten was een toename in opkomstpercentages tegenover de verkiezingen van 2014, met name in Polen, Roemenië, Spanje, Oostenrijk, Hongarije en Duitsland. In Slowakije en Tsjechië, waar de opkomst traditioneel heel laag is, was de opkomst significant hoger. In Nederland steeg de opkomst ten opzichte van 2014 met bijna 5%. In slechts acht landen daalde de opkomst, hoewel met minder dan 3%. In vijf landen geldt een stemplicht - België, Bulgarije, Cyprus, Griekenland en Luxemburg,
Brexit speelde volgens de resultaten van het onderzoek een rol bij de hogere opkomst: 22% van de ondervraagden gaf aan dat hun besluit om te stemmen hierdoor tot op zekere hoogte is beïnvloed. Andere redenen om te gaan stemmen waren een toegenomen gevoel van burgerplicht, uit pro-Europese overwegingen, of het geloof dat dingen kunnen veranderen door te gaan stemmen. Ook inhoudelijke onderwerpen als economie en groei (44%) en klimaatverandering (37%) werden genoemd als drijfveren om te gaan stemmen.
44% van de respondenten geeft aan zich te herinneren berichten van het Europees Parlement gezien of gehoord te hebben waarin burgers werden opgeroepen om te stemmen. De herinnering was het sterkst onder de respondenten die daadwerkelijk hebben gestemd (50%), maar ook 39% van de niet-stemmers herinnert zich elementen van de ‘Ik stem deze keer’-campagne van het Parlement.
Dit is een origineel bericht van Europees Parlement
Ga naar alle berichten van deze organisatie.