Op 18 maart 2019 verscheen het rapport ‘fokken met kortsnuitige honden’ dat in opdracht van het ministerie van LNV is gemaakt. Het rapport is in combinatie met de voortgangsrapportage Fairfok door de minister aan de Tweede kamer aangeboden.
Inhoud Rapport ‘fokken met kortsnuitige honden’
Het rapport ‘fokken met kortsnuitige honden’ bestaat uit drie delen: mogelijke gezondheidsrisico’s van kortsnuitige honden, een inventarisatie van bestaande meetmethoden en een voorstel (!) voor criteria handhaving van artikel 3.4 voor fokken met gezelschapsdieren.
Het tweede deel, de inventarisatie van meetmethodes zou waardevol kunnen zijn als deze op een juiste wijze zouden worden ingezet en voor alle honden met deze verschijningsvorm zouden gelden in Nederland en de ons omringende landen. Fokkerij van honden is immers grensoverschrijdend.
Het derde deel van het rapport is een voorstel voor handhaving en uitvoering.
Het is volledig onduidelijk hoe dit voorstel verder met de fokkers en de rest van de sector wordt besproken en eventueel geïmplementeerd zal worden. Het is daarbij tevens onduidelijk hoe de criteria tot stand zijn gekomen en wat de onderbouwing is om deze normen aan te houden.
De eerste twee delen van het rapport bevatten veel literatuurverwijzingen, deel drie lijkt een consensus van de vijf genoemde Nederlandse specialisten en mist een goede wetenschappelijke en waarheidsgetrouwe onderbouwing.
Daar komt bij dat de handhavingscapaciteit van de inspectiediensten al een constante zorg is. De handhaving van malafide fokkers en de mogelijkheden in het tegengaan van illegale hondenhandel is nu al niet toereikend en vraagt al extra capaciteit.
Aangezien de consequenties van deze criteria en de gestelde normen groot zijn, vindt de Raad van Beheer dat dit gedeelte een betere, duidelijkere en reëlere onderbouwing behoeft.
Veel normen komen overeen met de beschrijvingen in de rasstandaard van genoemde hondenrassen. Zo staat in de rasstandaard, juist bij de kortsnuiten, dat de neusgaten ruim en open moeten zijn, de neusrimpel nooit belemmerend mag zijn en/of contact mag hebben met het oog, mag er geen oogwit zichtbaar zijn bij het vooruitkijken, etc.
Bij het voorstel zoals dit er nu ligt worden honden die daaraan niet voldoen direct uitgesloten voor de fokkerij. Dit zou een onfortuinlijke stap in de verkeerde richting zijn, omdat er mogelijk honden uitgesloten worden op één enkel kenmerk die als fokdieren in zijn geheel zeer waardevol kunnen zijn voor de totale populatie van een ras.
Een dergelijke plotselinge uitsluiting van veel dieren binnen de fokkerij kan een enorme bottleneck veroorzaken in de populatie van een ras. Dit zorgt op korte en lange termijn voor grote(re) problemen op gezondheids- en welzijnsgebied in de toekomst voor rashonden mét en zonder stamboom.
De Raad van Beheer en de aangesloten rasverenigingen en verantwoorde fokkers zetten in het fokbeleid in op functionele, gezonde en sociale honden.
Kort geleden hebben we gezien dat bij een steekproef van 50 jonge Mopshonden (tussen de 1 en de 3 jaar) blijkt dat deze in staat waren om de in het rapport genoemde inspanningstest makkelijk uit te voeren, snel te herstellen en over een goede temperatuurregulatie te beschikken. Ook bij de Engelse Bulldoggen hanteren wij al jaren een geslaagde fokgeschikheidskeuring waarbij naast het gekeurde uiterlijk ook een inspanningstest onderdeel uitmaken van de keuring. Nergens in het rapport komt naar voren dat een dergelijke test aan het dier zelf belangrijker is dan alleen de uiterlijk waarneembare aspecten van het hoofd.
Raad van Beheer & Fairfok
Het Fairfok-programma is door de sector vier jaar geleden gestart in opdracht van de overheid. De Raad van Beheer heeft de afgelopen vier jaar een voortrekkersrol ingenomen om de vele ambities van Fairfok vorm te geven.
Het is opmerkelijk te noemen dat het rapport over de kortsnuitige honden tegelijkertijd werd aangeboden met de rapportage over het zeer succesvolle Fairfok-programma voor de gezonde en sociale hond in Nederland.
Minister Schouten geeft in haar bericht aan de Tweede kamer aan dat de goede samenwerking tussen de partijen heeft geleid tot succesvolle resultaten in de afgelopen vier jaar. De overheid weet de Raad van Beheer regelmatig te vinden voor advies en vraagt de Raad van Beheer haar te vertegenwoordigen op het gebied van de hondenfokkerij in Nederland bij bijeenkomsten in Europa. Het is dan ook onbegrijpelijk en totaal niet in lijn met de uitgangspunten van Fairfok, die Minister Schouten zo waardevol vindt, dat de Raad van Beheer als koepelorganisatie in Nederland niet is gevraagd mee te denken en te adviseren bij het samenstellen van dit rapport. De Raad van Beheer heeft regelmatig formele verzoeken gedaan en had haar expertise graag ter beschikking gesteld.
De Raad van Beheer heeft samen met de aangesloten verenigingen en fokkers grip op de fokkerij van stamboomhonden in Nederland. In het rapport is niet aangegeven hoe de overheid de fokkers van rashonden zonder stamboom denkt te bereiken. Uit eerdere onderzoeken blijkt dat het aandeel rashonden zonder stamboom het overgrote deel vertegenwoordigt. Bij de Franse Bulldog was bijna 9 van de 10 honden afkomstig van de fokkerij zonder stamboom.
Hoewel het voorstel dat nu in het rapport beschreven is geldt voor zowel rashonden als honden zonder stamboom, gaat het alleen over de Nederlandse fokkerij. Jaarlijks vinden meer dan 120.000 pups uit binnen- en buitenland een nieuwe eigenaar. In het rapport is niet aangegeven wat dit betekent voor ongezonde dieren die vanuit het buitenland de grens over komen om hier een nieuw baasje vinden. Jaarlijks gaat dit over tienduizenden honden. De onzorgvuldige fokkerij van honden in de Oostbloklanden wordt hiermee verder in de kaart gespeeld. Dit is immers de grootste groep van honden die jaarlijks gecontroleerd en ongecontroleerd Nederland binnenkomt.
De Raad van Beheer zal een persoonlijk gesprek aanvragen met de Minister om het rapport te bespreken. De Minister had zelf al aangeven graag om de tafel te gaan over de voortzetting van Fairfok en de uitganspunten van het rapport. De Raad van Beheer wenst echter eerst duidelijkheid over de positie van de Raad van Beheer en de aangesloten rasverenigingen en fokkers in relatie tot het verschenen rapport over de fokkerij van kortsnuitige honden.
De Raad van Beheer sluit haar ogen niet voor de welzijnsproblemen die extreme uiterlijke kenmerken kunnen veroorzaken. De maatregelen die wij de afgelopen jaren hebben genomen en die verwoord zijn in de Fairfok rapportage zijn daarvan een aantoonbaar resultaat. De Raad van Beheer loopt in Nederland maar ook in Europa voorop op het gebied van het verantwoord houden en fokken van honden. De fokkerij van stamboomhonden die via de Raad van Beheer en haar verenigingen en fokkers plaatsvindt in Nederland is goed gecontroleerd en compliant. Wij zullen ons blijven inzetten voor de gezonde en sociale hond in Nederland.
Dit is een origineel bericht van Raad van Beheer Op Kynologisch Gebied in Nederland
Ga naar alle berichten van deze organisatie.