Uit de tussenbalans over de Regionale Energiestrategieën in de provincie Utrecht blijkt dat RES U16, RES Amersfoort en de drie Utrechtse gemeenten in RES Foodvalley een extra inspanning moeten doen om de Klimaatdoelen voor 2030 te halen. Met name het achterblijven van planvorming rond windenergie zet de doelstelling onder druk. Gemeenten, waterschappen en provincie spraken af om in de drie Utrechtse RES-regio’s samen in totaal 2,4 TWh zonne- en windenergie op te wekken in 2030. Naar verwachting wordt met de huidige voortgang iets meer dan de helft hiervan gerealiseerd. De provincie roept gemeenten op om voor 1 december met meer locaties voor wind te komen en om bestaande plannen sneller op te pakken en biedt hiervoor ondersteuning aan.
In de RES 1.0 hebben provincie, gemeenten en waterschappen in 3 RES-regio’s met elkaar afgesproken hoeveel duurzame energie ze in 2030 opwekken. Provinciebreed gaat het om 2,4 TWh. Zoals afgesproken binnen de RES-regio’s en op verzoek van Provinciale Staten heeft de provincie een tussenbalans opgesteld om te zien of de RES’en op koers liggen. Om de deadline van 2030 te halen moeten volgens het tijdspad van de RES de projecten vergund zijn op 1 januari 2025. Om dat te halen, moeten medio 2022 de procedures gestart zijn. Nu dit voor het overgrote deel van de plannen nog niet het geval is, komt het halen van de doelen in gevaar. Rekening houdend met een gemiddeld aantal projecten dat tussen planvorming en realisatie afvalt, zal op het grondgebied van de provincie Utrecht in 2030 volgens de huidige stand van zaken 1,38 TWh opgewekt worden.
Balans zon-wind
Er is in veel gemeenten hard gewerkt, ook na RES 1.0 en op sommige onderdelen en locaties is goed voortgang geboekt. Ook zijn er participatietrajecten geweest met raden en bewoners. Zon op dak ligt goed op schema. Het geheel overziend, staan we echter nog niet waar we in RES 1.0 hadden afgesproken te willen staan. Met name de voortgang in concretisering en keuzes in procedures voor windplannen blijven achter.
Sommige windplannen die in de RES waren opgenomen zoals door Provinciale Staten vastgesteld, zijn weggevallen en er zijn weinig tot geen andere windplannen voor in de plaats gekomen. Ook zijn er te weinig uitgewerkte reserveplannen. Momenteel is de verhouding in opgesteld vermogen aan zonne- en windenergie in de drie Utrechtse RES’en ca 90%-10%. Dat is geen goede balans. Een windmolen levert op jaarbasis veel meer stroom dan een zonneveld. Windenergie maakt bovendien veel efficiënter gebruik van de beschikbare netcapaciteit. Gelet op de netcongestie die onlangs door TenneT is afgekondigd is het des te belangrijker om goed gebruik te maken van het elektriciteitsnet. Voor een goede balans is het nodig om in 2030 provinciebreed minimaal jaarlijks 1 TWh windenergie op te wekken. Dat staat gelijk aan ongeveer 60 moderne windmolens.
Meer mogelijk
De provincie heeft een inventarisatie laten opstellen van potentiële windlocaties in de provincie. Hieruit kwam een groslijst van ruim 70 potentiële locaties naar voren. De provincie gaat de komende tijd 1-op-1 in gesprek met gemeenten over potentiële windlocatie(s) en hoe die in relatie staan tot participatietrajecten die al hebben plaatsgevonden. De provincie roept de gemeenten op om het gesprek met hun raden aan te gaan over bestaande en extra locaties en om voor 1 december aan te geven welke windlocatie(s) ze gaan ontwikkelen met daarbij een tijdsplanning. Het kan ook gaan om meerdere zoekgebieden met een overzicht van het te doorlopen proces en een planning voor de verdere besluitvorming over locaties en vergunningen. Daarnaast roept de provincie de gemeenten op om lopende plannen en initiatieven die zich bij gemeenten hebben gemeld, in behandeling te nemen zodat eind 2024 voldoende initiatieven vergund zijn.
Rol provincie
Mochten gemeenten voor 1 december onvoldoende plannen aandragen, dan is het alternatief dat zij de keuze voor locaties overlaten aan de provincie. Wettelijk is de provincie bevoegd om plannen vast te stellen voor windparken van meer dan 5 MW. Eén moderne molen zit hier al boven. Gedeputeerde Staten stellen dan ook voor aan Provinciale Staten om – indien nodig – gebruik te maken van deze ruimtelijke bevoegdheden. Dat zou inhouden dat de provincie zelf locaties kiest en daarvoor de benodigde onderzoeken en participatietrajecten start en procedures om tot besluiten en vergunningen te komen in werking zet. Ook in die situatie zal de provincie nauw blijven afstemmen met gemeenten, RES’en en omwonenden met in het bijzonder aandacht voor het beperken van geluidshinder, bescherming van natuur, goede inpassing in het landschap en minimaal 50% lokaal eigendom. Inzet van de ruimtelijke bevoegdheden heeft niet de voorkeur van de provincie, liever ziet ze dat gemeenten zelf plannen oppakken. Ondersteuning van gemeenten om tot meer en concretere windplannen te komen krijgt daarom prioriteit.
Dit is een origineel bericht van Provincie Utrecht
Ga naar alle berichten van deze organisatie.