De Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) is teleurgesteld in de ‘beleidsarme’ Miljoenennota van het demissionaire kabinet-Schoof. “De personeelstekorten lopen op en de werkdruk is hoog. Om te zorgen dat artsen en andere zorgprofessionals hun werk gezond en veilig kunnen blijven doen, zijn scherpe keuzes nodig. Dit demissionaire kabinet kiest voor stilstand en dat betekent achteruitgang, zeker in de zorg”, aldus Suzanne Booij, voorzitter van de LAD die ruim 35.000 artsen in loondienst vertegenwoordigt.
Booij vindt dat de overheid het voortouw moet nemen in het debat over welke zorg in de toekomst wel en niet moet worden geleverd. “Het kabinet-Schoof heeft vooral ingezet op AI en het snoeien in regeldruk, zodat zorgprofessionals meer tijd zouden krijgen voor de patiëntenzorg. Een nobel streven, maar het is niet genoeg om de uitdagingen in de zorg het hoofd te bieden. Met het oog op de stijgende zorgvraag en het toenemende personeelstekort kunnen we simpelweg niet alle zorg blijven leveren. En dus moet het kabinet het voortouw nemen om een maatschappelijke dialoog aan te jagen over de toekomst van de zorg, juist om te zorgen dat ons zorgstelsel zo toegankelijk mogelijk blijft voor mensen die zorg nodig hebben.”
Booij geeft aan dat we tegenwoordig steeds meer kunnen in de zorg. “Dat is mooi, maar de vraag is: moet het ook altijd? Daar moeten we het met elkaar over hebben. Anders schep je als overheid verwachtingen waaraan de zorg in de toekomst simpelweg niet meer kan voldoen.” Ze benadrukt dat die keuzes niet alleen bij individuele artsen en andere zorgprofessionals kunnen worden neergelegd. “Dat werkt willekeur en wachtlijsten in de hand. En dat is niet alleen slecht voor zorgprofessionals, maar ook voor de maatschappij als geheel.”
Preventie
De noodzaak voor een maatschappelijke dialoog wordt volgens haar onderstreept doordat de medisch-specialistische zorg de komende drie jaar geen volumegroei kent. “Omdat de zorgvraag stijgt en de vergrijzing op een piek afstevent, zullen we kritisch moeten zijn welke zorg we leveren en hoe. Preventie wordt belangrijker dan ooit.”
Ze benadrukt dat het kabinet niet als enige aan zet is. “Artsen kunnen preventie nog veel nadrukkelijker bespreekbaar maken en kunnen politici daarnaast helpen met het maken van keuzes. Als LAD denken we daar graag over mee, want uiteindelijk moeten we er samen voor zorgen dat we goede zorg kunnen blijven leveren.”
Innovatie en ontwikkeling
Booij vindt tot slot dat zorgprofessionals de tijd en ruimte moeten krijgen voor innovatie en persoonlijke ontwikkeling. “Juist omdat de druk op de zorg hoog is, is dat belangrijk, evenals het faciliteren van een gezonde en veilige werkomgeving.”