De groeiende populariteit van riviercruises in Nederland vraagt om extra aandacht voor de veiligheid. Dat stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het vandaag gepubliceerde rapport naar aanleiding van de aanvaring tussen het riviercruiseschip Viking Idun en een chemicaliëntanker in de nacht van 1 april 2019 op de Westerschelde. De vaak beperkte zelfredzaamheid van de passagiers aan boord van riviercruiseschepen in combinatie met de groeiende populariteit van riviercruises vormen de aanleiding voor meerdere aanbevelingen om de veiligheid in de riviercruisesector te verbeteren. Daarnaast wordt de minister van Infrastructuur en Waterstaat aanbevolen het toezicht op de riviercruisevaart te verbeteren.
Op 1 april 2019 vond er net na middernacht een aanvaring op de Westerschelde plaats tussen het Zwitserse riviercruiseschip Viking Idun en een Maltese chemicaliëntanker. De schade aan beide schepen was aanzienlijk. Aan boord van het cruiseschip waren 137 veelal oudere passagiers en 43 bemanningsleden aanwezig. Bij de aanvaring lagen de meeste passagiers in de afgesloten hutten te slapen en raakten door de klap enkelen van hen lichtgewond. De chemicaliëntanker was beladen met onder meer benzeen, heptaan en methanol. De klap veroorzaakte een groot gat in de scheepswand van de tanker. De opslag van de chemicaliën in dubbelwandige tanks heeft een lekkage van zeer giftige stoffen voorkomen.
Bekwaamheid bemanning niet getoetst
Het riviercruiseschip Viking Idun voldeed volgens de wet aan de eisen die gesteld worden aan riviercruiseschepen. Ook had de bemanning de benodigde certificaten, op basis waarvan ze in Nederland mocht varen. De Onderzoeksraad constateert echter dat deze wettelijk gestelde eisen niet altijd voldoende zijn. De bemanning van de Viking Idun had onvoldoende kennis over het complexe Westerschelde vaargebied. Ook beheersten zij onvoldoende de Engelse taal, waardoor de communicatie via de marifoon niet goed werd verstaan of begrepen. Daarnaast heeft de kapitein voor de reis over de Westerschelde er niet voor gekozen om bemanningsleden met de meeste kennis van het vaargebied in de stuurhut aanwezig te laten zijn. Ook werd er niet voor gekozen de hulp van een loods in te roepen. De Onderzoeksraad concludeert dat de bemanningsleden wel bevoegd, maar niet voldoende bekwaam waren.
Complex vaargebied
De Westerschelde is één van de drukst bevaren wateren ter wereld waar binnenvaart, zeescheepvaart en pleziervaart elkaar dag en nacht treft. Het intensieve gebruik in combinatie met smalle vaargeulen, ondieptes, een sterke stroom en het getij maakt het tot een vaarwater met risico’s. De Onderzoeksraad concludeert dat, ondanks de complexiteit van het gebied, er geen aanvullende eisen rond kennis en bekwaamheid van bemanningen van binnenvaartschepen gelden. Dit is wel het geval in vergelijkbare gebieden als bijvoorbeeld de Rijn.
Toezicht op riviercruisevaart
Uit het onderzoek van de Raad blijkt dat deze aanvaring niet op zichzelf staat. De toenemende populariteit van riviercruises vraagt om een verbetering van de veiligheid in deze sector. Jaarlijks wordt een groot aantal passagiers vervoerd, die vaak beperkt zelfredzaam zijn. De Onderzoeksraad doet daarom aanbevelingen om de veiligheid in de binnenvaartsector en specifiek de riviercruisesector in Nederland te verbeteren. Ook krijgt de minister van Infrastructuur en Waterstaat de aanbeveling om de effectiviteit van het toezicht op de riviercruisevaart te verbeteren en de bekwaamheidseisen voor bemanning van riviercruiseschepen in het Scheldegebied aan te scherpen.
Dit is een origineel bericht van Onderzoeksraad voor Veiligheid
Ga naar alle berichten van deze organisatie.