Nederland profileert zich graag als een actief land. We fietsen massaal, lopen hard in het park en staan bekend om onze sportclubs en beweegvriendelijke infrastructuur. Toch laten de feiten een ander beeld zien. Uit recente cijfers blijkt dat Nederlandse werknemers gemiddeld bijna negen uur per werkdag zitten. Daarmee behoren we tot de meest zittende landen van Europa.
Dat is geen onschuldig detail. Langdurig zitten is een stille risicofactor die vaak wordt onderschat. Wie het grootste deel van de dag doorbrengt achter een bureau of op de bank, vergroot aanzienlijk de kans op hart- en vaatziekten, diabetes type 2, obesitas en zelfs mentale klachten, zoals stress en depressie. Het wrange is dat veel mensen zichzelf wél als actief beschouwen, omdat ze een paar keer per week sporten of bewegen. Maar een uurtje sportschool kan de negatieve effecten van structureel langdurig zitten niet volledig compenseren.
Bij TopzorgGroep zien we dagelijks de gevolgen. Cliënten die in hun werk of privésituatie urenlang inactief zijn, merken dat hun herstel stagneert, klachten terugkeren of vitaliteit afneemt. Dat vraagt om een bredere benadering van gezondheid: niet alleen behandelen wanneer iemand uitvalt, maar juist preventief ondersteunen bij leefstijl en werkgedrag.
De oplossing hoeft niet ingewikkeld te zijn. Kleine, haalbare ingrepen maken al een groot verschil: een wandelend overleg in plaats van een zittende meeting, de trap nemen in plaats van de lift, elk uur even opstaan en bewegen, of na de lunch een korte wandeling maken. Het gaat erom dat beweging een vanzelfsprekend onderdeel wordt van de werkdag.
De uitdaging ligt in bewustwording én gedragsverandering. Zolang we blijven vasthouden aan het idee dat we een 'actief land' zijn, blijven we blind voor de sluipende gezondheidsrisico’s. We hebben een cultuuromslag nodig waarin zitten niet langer de norm is, maar bewegen dat wordt. Werkgevers spelen daarin een cruciale rol. Door werkplekken zo in te richten dat bewegen wordt gestimuleerd, en door vitaliteit onderdeel te maken van beleid, geven zij een krachtig signaal af.
Als samenleving hebben we de kans om ons zelfbeeld in lijn te brengen met de werkelijkheid. Gezondheid begint niet pas in de sportschool of tijdens het weekend, maar juist in de kleine keuzes van alledag. Wie wil dat Nederland werkelijk een vitaal land is, moet beginnen met opstaan.
