In 76 steden in Nederland (gemeenten met meer dan 50 duizend inwoners) verplaatsen de inwoners zich voor ritten tot 7,5 km meer per fiets dan per auto. Op langere afstanden (7½ tot 15 kilometer) wordt de auto het meest gebruikt, maar heeft de fiets ook een belangrijk aandeel en dát aandeel groeit. Dit blijkt uit gezamenlijk onderzoek van adviesbureau Goudappel Coffeng en de IT-mobiliteitsexperts van DAT.Mobility. Overigens wordt in deze analyse geen rekening gehouden met verplaatsingen per openbaar vervoer.
Aanleiding voor dit onderzoek was de constatering eerder dit jaar dat er in Kopenhagen meer wordt gefietst dan wordt autogereden. “Wij wisten dat dit in Nederland al langer het geval is,” zegt Richard ter Avest, adviseur mobiliteit & ruimte van adviesbureau Goudappel Coffeng. “Dat zogenaamde nieuws verbaasde ons en daarom hebben we besloten de gegevens van Nederland maar eens in kaart te brengen. Meten is tenslotte weten.”
Fietsland bij uitstek
Nederland is fietsland bij uitstek. Sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw is een intensief beleid gevoerd om het fietsen in steden en regio’s veiliger te maken en het fietsgebruik te stimuleren. Inmiddels zijn we op fietsgebied wereldwijd koploper: mede dankzij onder meer adequate regelgeving, uitgekiend ontwerp, het ontstaan van een fietscultuur en onder meer de voelbare noodzaak tot samenwerken.
Data van verplaatsingen
Met behulp van het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN-data) is het fietsgebruik van 2010 tot 2015 in kaart gebracht. Dit zijn verplaatsingen per fiets en per auto van inwoners van gemeenten in Nederland. Voor deze analyse zijn, zoals eerder vermeld, de verplaatsingen per openbaar vervoer en te voet buiten beschouwing gelaten.
Er is in ons land sprake van een drietal hardnekkige fietsfabeltjes:
1. ‘Alleen in Amsterdam en Utrecht wordt veel gefietst’.
2. ‘Het is logisch dat er alleen maar in de grote steden wordt gefietst – daar is immers geen ruimte en zijn vaak hoge parkeertarieven (auto) van kracht.’
3. ‘Boven een afstand van 7½ kilometer (4 mijl) houdt het fietsen op, óók in Nederland.’
Grote gemeenten, korte verplaatsingen
“De realiteit is echter geheel anders”, betoogt Ter Avest. “Van de 76 grootste gemeenten in Nederland (gemeenten met meer dan 50 duizend inwoners) rijdt men in 71 gemeenten al meer per fiets dan dat er met de auto wordt gereden, op verplaatsingen korter dan 7½ km. Alleen in de provincie Limburg is het fietsaandeel iets lager, veroorzaakt door de hoogteverschillen. Tegelijkertijd is daar het aantrekkelijke heuvellandschap goed voor talrijke sport- en recreatiefietsers.”
Ook hoge fietsaandelen in kleinere gemeenten
Niet alleen in grote steden wordt gefietst. In de kleinere steden (gemeenten met 25 tot 50 duizend inwoners) zijn er talrijke gemeenten waar al meer wordt gefietst dan autogereden. Weliswaar minder dan in de grote steden, maar er zijn tientallen kleinere gemeenten waar zelfs de verhoudingen fietsverplaatsingen en autoverplaatsingen 60%-40% is. Soms heeft dat met kortere afstanden te maken en soms met regionale verschillen (waarbij inkomen en religie bijvoorbeeld een rol spelen; in het katholieke zuiden wordt minder gefietst en zijn de inkomens hoger). In de regio’s Amsterdam en Utrecht wordt veel gefietst terwijl in Rotterdam en Den Haag het fietsaandeel iets achterblijft. Verder is te zien dat van de kleinere steden veel wordt gefietst naar grotere moedersteden, waar ritten naar school en werk gaan. Bijvoorbeeld van Zutphen naar Deventer, van Oisterwijk naar Tilburg en van Voorschoten naar Den Haag.
1 op de 3 langere verplaatsingen al op de fiets
Op de grotere afstanden, tussen 7½ en 15 kilometer, is het fietsaandeel van inwoners nog steeds substantieel. Op die langere regionale afstand is 1 op de 3 verplaatsingen per fiets/e-bike en 2 op de 3 per auto het meest gebruikt. Nogmaals zonder rekening te houden met openbaar vervoer. En dit aandeel fiets neemt de komende jaren naar verwachting toe, door de opkomst van regionale fietssnelwegen /snelfietsroutes en de hausse aan verkopen van elektrische fietsen, de e-bikes. Ter Avest: “Over enkele jaren verwachten we de eerste gemeenten waar over lange afstanden meer wordt gefietst dan met de auto wordt gereden.”
Nederlanders zijn ongeveer het enige volk dat buiten de bebouwde kom fietst. Richard ter Avest: “Dat komt dankzij goede fietspaden en lage snelheden op plattelandswegen (60 km/h-zone), waar in andere landen middelbare scholieren een gratis buskaart krijgen en dus niet hoeven te fietsen. Fietsen is echter gezonder, vaak gezelliger en vooral ook groener (geen CO2-uitstoot).”
Dankzij deze hoge cijfers is Nederland nog steeds fietsland nummer 1, wat betreft het gebruik van de fiets. “Hierbij schuilt de kracht vooral in de iets langere afstanden. Zo blijven onze regio’s en steden bereikbaar en leefbaar. En wordt er kostenbewust in infrastructuur en bouw geïnvesteerd.”
Op bijgaande drie illustraties is de verhouding tussen de verplaatsingen per fiets en per auto in steden aangegeven.
Dit is een origineel bericht van Goudappel Coffeng
Ga naar alle berichten van deze organisatie.