Nederlands Verplaatsingspanel: de voetganger is de grote winnaar van 2020

08 JAN 2021 10:12 | Goudappel Coffeng / Dat.mobility

De eerste week van januari is traditioneel de periode om de staatjes van het voorgaande jaar weer eens op te maken. Op het gebied van mobiliteit kijken we dan vaak naar de toe- of afname van files. 2020 gaf in dat opzicht een heel ander beeld. Natuurlijk was er minder verkeer en waren de files korter. Dat maakt het des te interessanter om te zien hoe we ons dan wél verplaatsten. Uit recente gegevens van het Nederlands Verplaatsingspanel (NVP) komt een beeld naar voren dat ook bij de beleidsmakers in steden al enkele jaren zichtbaar is: de voetganger verovert terrein. "Waar de voetganger normaal gesproken een aandeel van ongeveer 16% heeft in de totale mobiliteitstijd, bedroeg dit van maart tot eind 2020 gemiddeld 24%," zegt Stefan de Graaf van Dat.mobility, een van de bedrijven achter het NVP.

Het Nederlands Verplaatsingspanel (NVP, een initiatief van Dat.mobiliy, Kantar en Mobidot) registreert sinds 2019 onder een representatieve groep van 10.000 Nederlanders het verplaatsingsgedrag via GPS. Deze monitoring van de Nederlandse mobiliteit belandde in 2020 ook wekelijks in het Catshuis. De effecten van de coronacrisis op ons mobiliteitsgedrag zijn nauwgezet geanalyseerd. De rode lijn in figuur 1 toont de totale tijd die Nederlanders in 2020 spendeerden aan ‘zich verplaatsen’.    

In de eerste maanden van 2020 bedroeg die tijd gemiddeld zo’n 60 minuten per persoon per dag. In de tweede helft van maart nam dit tijdens de ‘intelligente lockdown’ met een derde af tot gemiddeld 40 minuten. Het was de periode van de lege snelwegen en pleinen, waaraan premier Rutte in zijn toespraak van 14 december 2020 refereerde (figuur 1 in bijlage) 

Fiets en voetganger 

In de grafiek is in gestapelde staven ook te zien hoe die ‘mobiliteitstijd’ is verdeeld over de modaliteiten auto, openbaar vervoer, fiets en te voet. Vanaf maart zien we dat – behalve de daling van de totale mobiliteitstijd - ook de verdeling over de vervoerswijzen is veranderd. Het aandeel auto en openbaar vervoer nam sterk af op het dieptepunt van de eerste lockdown. Tegelijkertijd steeg het aandeel van de fiets en kwam ook de voetganger sterk op. Waar de voetganger normaal gesproken een aandeel van ongeveer 16% heeft in de totale mobiliteitstijd, verdubbelde dit eind maart tot 34% (terwijl het gemiddelde van half maart tot eind 2020 24% bedroeg).

60-70 minuten per dag

Langzamerhand zijn we weer meer in beweging gekomen. Medio september lag de bestede tijd aan mobiliteit al weer op het gebruikelijke niveau van tussen de 60 á 70 minuten per dag. Er werd weer iets meer met het ov gereisd maar dit bleef nog steeds veel lager dan het normale niveau. Het aandeel autoverkeer veerde weer terug tot iets onder normaal terwijl ook het aandeel fietsverkeer - dat initieel juist nog was toegenomen - eind 2020 weer terugzakte naar het gebruikelijke niveau. Maar het hoge aandeel voetgangers bleef, ook na de lockdown van maart. In de laatste weken van 2020 nam het zelfs opnieuw toe tot boven de 30%.

Grootste toename door de hogere inkomens

Eerder toonden we met het NVP al aan dat deze voetgangerstoename wordt veroorzaakt door de thuiswerkers: mensen die na afloop of gedurende de werkdag een ‘blokje om’ maakten. Onderstaand figuur laat ondersteunend aan dat beeld zien dat de grootste toename kwam door mensen met een relatief hoog inkomen: het thuiswerkende kantoorpersoneel. In de eerste maanden van het jaar ontlopen de verschillende inkomensgroepen elkaar weinig, maar vanaf maart neemt de hoogste inkomensgroep duidelijk afstand om eind december ruim dubbel zoveel tijd aan wandelen te besteden. (Figuur 2 in bijlage) 

Active modes

Terwijl de files dit jaar dus uitbleven blijkt uit deze gegevens van het NVP dat vooral ook de voetganger in het straatbeeld de grootse winnaar was. Ook buiten de lockdowns van maart en december was het aandeel in de dagelijkse verplaatsingen veel hoger dan gemiddeld. De grotere steden besteden al enige jaren meer beleidsaandacht aan de zogenoemde ‘active modes’. Zo zet onder andere de gemeente Rotterdam de laatste jaren al fors in op voetgangersbeleid. En bovendien blijkt uit onderzoek dat veel werknemers ook na corona overwegen om vaker thuis te blijven werken. Het ‘blokje om’ en het grotere aandeel voor de voetganger in onze dagelijkse verplaatsingen lijkt daarmee een blijvertje waar beleidsmakers rekening mee kunnen houden.

Meer binnen deze rubriek