FEATURE: 1 jaar 4DX-films in Nederland

12 DEC 2018 08:45 | Het Resultaat

 'Had ik een paraplu mee moeten nemen?' Het is maar een van de vele grappig bedoelde vragen die de controleurs aan de deur van de Pathé 4DX-filmzaal in Amsterdam dagelijks horen. Deze week is het precies een jaar geleden dat het nieuwe filmformaat zijn intrede deed in Nederland, met stoelen die met de actie meebewegen, en extra effecten als regen, wind, sneeuw, bliksem en geur. Inmiddels zijn er precies dertig speciale 4DX-films gedraaid, in doorgaans goed gevulde zalen, behalve in Amsterdam nu ook in Schevingen, Rotterdam, Maastricht en Eindhoven. Terugblik op een ‘bewogen’ eerste jaar.

Door Ron Hooijenga

Vooropgesteld: 4DX is niks voor mensen die al vinden dat een film in 3D ‘geen meerwaarde’ heeft, of types die destijds kicking and screaming van zwartwit naar kleur zijn overgestapt, of er nog moeite mee hebben dat uit bewegende monden nu ook vaak geluid komt. Voor veel films zélf is 4DX ook niks, want bij de meeste filmhuisfilms, arthousedrama’s, horrormovies en praatprenten hoef je echt niet lijfelijk mee te voelen wat er op het doek gebeurt. Wie zich echter in de bioscoop helemaal lekker wil onderdompelen in zinderende actie, mee wil scheuren met de held, kogels om zijn oren wil horen fluiten en het bloed van neergehakte aliens in zijn gezicht wil voelen spetteren: welkom bij 4DX!

'Het is een heel programma; hoop maar dat ik niet ziek word. Heftig!' Een bezoeker van zaal 2 in Pathé De Munt leest voor aanvang van de film de uitleg op het scherm voor 4DX-beginners. Want hoewel dit al de dertigste film in zijn soort is en Amsterdam nu al een jaar een 4DX-zaal telt, zijn er nog elke keer weer bezoekers die voor het eerst komen. Zij krijgen vóór het betreden van de zaal al instructies: jas en tas in een kluisje, geen grote voorwerpen voor je stoel, geen hete dranken mee, niet plotseling opstaan, en Pathé is niet verantwoordelijk voor mogelijk hersenletsel en ander malheur. Of je een achtbaan binnenstapt.

En met dat soort attracties zou je een paar uurtjes van deze next level filmbeleving best mogen vergelijken. Je hotst en klotst en zoemt en trilt en schokt wat af, bij zo’n film, en vooral in het begin zouden een paar stevige handvatten om je vast te houden niet misstaan. Bij gebrek daaraan klem je je dan maar aan je flesje prik vast. Ben je eenmaal aan de motorische effecten in je stoel gewend, gaat het met losse handen best. Een paraplu is niet echt nodig, want de watereffecten zijn nou net de enige die je handmatig aan en uit kunt zetten met een knop in de leuning. Wellicht handig bij films die in Dublin, Seattle of Aquamans onderwaterwereld spelen, maar in de praktijk wordt er spaarzaam maar zeer efficiënt gebruikgemaakt van de watereffecten. Echt gross wordt het wanneer het water recht in je gezicht sproeit in een scène met een spugend/bloedend/kotsend creatuur.

Knetterkoud

Waar ze beslist níét zuinig mee zijn, is met hoofdeffect nr. 2: de wind.  Enorme ventilatoren hoog aan de zijwanden blazen elk filmzuchtje wind ook de zaal in, maar worden tevens van harte aangezet om elk greintje snelheid, haast en onrust te suggereren, zodat het ook hartje zomer (hittegolf!) knetterkoud wordt in de zaal. Steevast een vest of trui mee is in de VS al standaard vanwege alle airco’s, bij een 4DX-film zouden bezoekers in korte broek en T-shirt  behalve op de gevaren van epilepsie en hersenschok ook op die van onderkoeling moeten worden gewezen. Andersom wordt het nou nooit eens scorching hot tijdens woestijnscènes of smachtende taferelen. 

Een fantastisch gezicht is de sneeuw, maar die is in al die dertig films nog maar een paar keer gevallen. De hoog uit het midden van de zaal opflitsende bliksems zijn leuk als preteffect, niet heel speciaal, maar horen er wel bij. De beloofde geuren zijn òf te subtiel, òf komen allemaal op hetzelfde soort verbrande rubber neer. Uniek voor 4DX zijn de zoemende en trillende sensaties van de stoel die je voelt als er een dreigende sfeer heerst, iets op de loer ligt, of een bezwerende toverspreuk wordt uitgesproken: ook terwijl je op het beeld nog niets ziet of er in de muziek nog niets voorspeld wordt, voel je toch al dat er onheil aan zit te komen. Deze anticipatie zit ook mooi in het telkens subtiel overhellen van de stoelen in de richting waar de camera naartoe gaat, wat vooral bij luchtopnames van landschappen een heerlijk zwevend gevoel oplevert. Alleen al hierom zou je 4DX nooit meer willen missen.

Niet alle dit jaar geprogrammeerde 4DX-films bleken een gelukkige greep. Om te beginnen moet zo’n film van zichzelf al in 3D zijn, anders klopt de naam niet eens, en mis je ook bij het kijken toch een hele dimensie. Niet meer doen dus, zo’n film als Commuter. Die zich ook nog eens vrijwel integraal aan boord van een voortdenderende trein afspeelt, zodat je na afloop het gevoel hebt of je van Amsterdam naar Assen bent geboemeld en volkomen brak aankomt. Ook 2D-horrorfilms als Slender Man  en The Nun zijn niet aan de nieuwe hi-tech zaal besteed, echt zonde. De eerste Nederlandse 4DX-film flopte in alle andere vormen, dus ook inclusief de regen en wind die de toch al geplaagde hoofdpersonen teisterden in Roel Reiné’s laatsteling: Redbad.

Toppers in 4DX het afgelopen jaar, met optimaal gebruik van alle twintig effecten: de drie Star Wars-films, Jumanji¸ Tomb Raider, Jurassic World, Mission Impossible, The Avengers, Ant-Man & the Wasp, Black Panther, en natuurlijk de huidige klapper Fantastic Beasts.

Verbeterpuntjes

Voor extra voorpret zijn wat meer trailers van nieuwe releases en reclamefilmpjes vooraf in 4DX welkom. We hebben het begin dit jaar maandenlang moeten doen met louter de trailer van Jurassic World, en alleen Axe, Sony en nota bene onze eigen Landmacht hebben zich nog maar aan 4DX-reclamespots gewaagd: hulde! Hartenkreet van diehard-fans: houd het zaallicht alsjeblieft (veel) langer gedempt na het ‘einde’ van de film, tijdens, tussen en na de credits gebeurt vaak nog allerlei leuks, en in ieder geval alle Marvel-films hebben altijd een spectaculaire en onthullende post-credit scene, die je dan bijna in het volle zaallicht moet bekijken. Speciaal voor De Munt: vertel debuterende bezoekers behalve hoe ze hersentrauma moeten voorkomen eerst en vooral waar de stoelnummers staan: vanwege een ernstige denk- of ontwerpfout staan die namelijk op de rug van de stoel vóór je. Dáár kijkt echt geen hond uit zichzelf, dus dat levert veel gezoek en ergernis op elke keer. En, last but not least: hou eens op met het verkopen van bakken popcorn van een kwart kuub of groter. Scheelt na zo’n 4DX de helft aan opruimtijd!

Ron Hooijenga is tekstschrijver, communicatieadviseur én filmfan in Amsterdam. 

Meer binnen deze rubriek