'Leiders moeten hun intuïtie koesteren naast kunstmatige intelligentie'

Kunstmatige intelligentie (AI) biedt leiders enorme kansen: het versnelt besluitvorming en geeft toegang tot waardevolle data. Toch schuilt er een gevaar in een te grote afhankelijkheid. Leiders die zich blindstaren op algoritmes verliezen hun belangrijkste kompas: het menselijk aanvoelen. 

Juist in complexe situaties maakt intuïtie het verschil. Cijfers vertellen wat er gebeurt, maar gevoel laat je aanvoelen waarom en wat nodig is. Wie dat kwijtraakt, loopt het risico beslissingen te nemen die wel kloppen op papier, maar in de praktijk verkeerd uitpakken.

Verschralen

Het probleem is dat het vermogen tot intuïtief leiderschap langzaam kan verschralen als het niet bewust wordt onderhouden. In een tijd waarin technologie steeds dominanter wordt, vraagt dat om bewuste keuzes. 

Leiders kunnen hun intuïtie versterken door geregeld stil te staan bij wat ze zelf voelen in besluitvormingsprocessen, hun afwegingen hardop te benoemen en hierover het gesprek aan te gaan met hun team of peers. Deze reflectie maakt onderbuikgevoel bespreekbaar en houdt het scherp.

Combineren is noodzaak

Als deze balans zoekraakt, verschraalt leiderschap tot het uitvoeren van wat data voorschrijven. Daarmee verliezen leiders hun onderscheidende waarde en maken ze zichzelf op termijn overbodig. 

Invloedrijke leiders combineren data, ervaring én intuïtie. Die combinatie is geen luxe, maar pure noodzaak.