Invoering op 1 mei van ‘symbolisch lage vergoeding’ voor mantelzorgers in Wmo zorgt voor onduidelijkheid
Donderdag spreekt de Tweede Kamer over het persoonsgebonden budget (pgb) én de gevolgen voor mantelzorgers. Vandaag bieden MantelzorgNL en Per Saldo aan de vaste Kamercommissie van VWS een position paper aan waarin zij de waarde van het pgb voor budgethouders en hun mantelzorgers laten zien en de knelpunten die er nog altijd zijn. In dit position paper pleiten zij voor minder administratieve rompslomp, reële tarieven en uiten zij hun zorgen over de invoering van de ‘Symbolisch lage vergoeding’ voor onder andere mantelzorgers die geïndiceerde zorg leveren vanuit een pgb.
Mantelzorg NL en Per Saldo maken zich zorgen over verlaging van tarieven omdat budgethouders steeds moeilijker mensen kunnen vinden die hen zorg en ondersteuning willen geven. En waar het alternatief dan is om mantelzorgers in te zetten voor geïndiceerde zorg, worden ook daar maatregelen genomen die dit lijken te ontmoedigen. Zoals met de invoering van een ‘symbolisch lage vergoeding’ voor pgb houders in de Wmo. Deze vergoeding van maximaal €141,- per maand wordt per 1 mei 2019 ingevoerd. Idee hierachter is dat de budgethouder hulp in kan schakelen vanuit het informele netwerk zonder het aangaan van een zorgovereenkomst waarbij het minimumloon uitbetaald wordt.
Volgens Mantelzorg NL en Per Saldo is het nog onduidelijk is wat dit betekent voor budgethouders en hun mantelzorgers. Behouden zij het recht om een minimumloon uitgekeerd te krijgen of ontvangen zij slechts een symbolisch lage vergoeding? Ook voor de groep die hiervoor op dit moment nog is uitgezonderd, wordt deze uitzonderingspositie per 1 mei opgeheven. Vanaf die datum zijn er voor mantelzorgers twee mogelijkheden: een minimumloon, een ‘symbolisch lage vergoeding’.
Onderzoek is nodig
MantelzorgNL en Per Saldo pleiten ervoor dat de invoering van de ‘symbolisch lage vergoeding’ eerst goed wordt onderzocht op z’n effecten. Het risico bestaat dat bij gemeenten financiële motieven mee gaan spelen bij het toewijzen van zorg die in de vorm van een pgb wordt geleverd. Daarbij krijgen gemeenten ruimte om de ‘symbolisch lage vergoeding’ op een nog lager niveau vast te stellen dan de (maximale) € 141,- per maand. Zonder inzicht in de gevolgen van deze maatregel voor mantelzorgers bestaat de kans dat de (financiële) druk op mantelzorgers wordt vergroot. Daarom willen MantelzorgNL en Per Saldo eerst antwoord op de volgende vragen:
Liesbeth Hoogendijk, directeur MantelzorgNL: ‘Wij pleiten ervoor dat mantelzorgers weten waar ze aan toe zijn, wat van hen verwacht wordt en wat zij op hun beurt mogen verwachten.’
Administratieve rompslomp en reële tarieven
Uit onderzoek onder zowel pgb houders als mantelzorgers blijkt het grootste pijnpunt uit het huidige pgb de administratieve rompslomp. De minister heeft al een aantal goede stappen gezet, maar zowel Per Saldo als MantelzorgNL dringen erop aan dat wordt bepaald voor welke zorgvrager een jaarlijkse herindicatie noodzakelijk is en welke complexe zorgsituaties hiervan kunnen worden uitgezonderd. Immers, van een kind met een meervoudige beperking valt niet te verwachten dat deze een jaar later is genezen. Echter de zorg moet wel elk jaar opnieuw worden aangevraagd middels stapels, nutteloze administratieve rompslomp.
Verder blijkt uit het onderzoek een tweede pijnpunt, de hoogte van de reële tarieven. Aline Molenaar, directeur Per Saldo: “Ook de hoogte van de tarieven is een terugkerend punt van zorg. Juist waar het Pgb maatwerk mogelijk maakt, zijn de tarieven in de Wmo en de Jeugdwet zo laag dat inzet van kwalitatief goede hulp onmogelijk is. Dit komt niet ten goede aan de zelfredzaamheid van de budgethouder.”
Dit is een origineel bericht van Per Saldo
Ga naar alle berichten van deze organisatie.