Het aantal drones in het luchtruim groeit snel. Verschillende partijen streven zelfs naar het vervoer van mensen met autonoom bestuurde voertuigen. Om het luchtruim veilig te kunnen delen met bemande luchtvaart is eerst gedegen onderzoek nodig. Koninklijke NLR voert daarom testvluchten uit met een drone dichtbij Schiphol.
Amsterdam, 22 juni - Vliegen met een drone is niet overal toegestaan. Zeker niet in de buurt van een vliegveld. Door toedoen van de coronacrisis is er momenteel op Schiphol zo’n 85% minder vliegverkeer ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dat raakt de luchtvaartsector hard. Het beperkte vliegverkeer biedt echter ook de kans om op een veilige manier een proef met drones uit te voeren op het terrein van NLR – Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum in Amsterdam.
De uitgevoerde demonstratie op 22 juni sluit aan bij andere dronevluchten in samenspraak met Dutch Drone Delta (DDD), een coalitie van een tiental partijen, die onderzoekt wat de mogelijkheden zijn voor het vervoeren van goederen en personen met drones. Daarbij legt DDD de focus op veilige, sociaal geaccepteerde en duurzame toepassingen voor het oplossen van knelpunten in de stedelijke mobiliteit.
Projectleider Wesley Poland van NLR: “In samenspraak met de luchthaven Schiphol, Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hebben we, in deze bijzondere situatie, toestemming gekregen om voor een beperkte tijdsduur binnen de CTR van Schiphol te vliegen”. Dat de situatie uitzonderlijk is, heeft te maken met de locatie van de proef. “De vestiging van NLR ligt in het bedrijventerrein Schinkel in Amsterdam Zuid. Dat ligt pal onder de aanvliegroute van de Oostbaan op Schiphol. De demonstratievlucht die we als test hebben uitgevoerd, maakt onderdeel uit van een serie aan dronevluchten in de binnenring van Schiphol met een aantal partijen in de periode tussen 17 juni en 24 juni 2020. Als usecase hebben we met een drone de waterkwaliteit in de Riekerhaven naast het NLR-terrein geïnspecteerd”, licht Poland nader toe.
CTR – No drone zone
De internationale organisatie voor de burgerluchtvaart (ICAO) heeft het luchtruim ingedeeld in verschillende categorieën. Voor categorie G komt er geen luchtverkeersleiding aan de orde. Dat is het gebied waar drones veelal vliegen. Waar dat in Nederland mag heeft LVNL duidelijk op een kaart aangegeven. Daarin is af te lezen dat de Amsterdamse vestiging van NLR in een rode zone ligt: CTR1 van Schiphol. Voor een Controlled Traffic Region (CTR) geldt dat het gevaarlijk en verboden is om met een drone te vliegen. Volgens Poland is de CTR van een luchthaven verreweg de meest complexe omgeving: een beperkt aantal start- en landingsbanen vraagt om een efficiënte doorstroming van vliegverkeer waarbij de vliegtuigen veilig van elkaar op afstand moeten blijven. In tegenstelling tot bovengenoemde categorie G beheert de luchtverkeersleiding een CTR van de grond tot een hoogte van 3000 voet (ca. 1 km).
Poland: “NLR wil de luchtvaart duurzamer, veiliger, efficiënter en effectiever maken. Daar hoort ook een veilige en duurzame integratie bij van onbemande drones in een bemande luchtvaart. Er zijn echter nog veel uitdagingen om te vliegen binnen een CTR. Zeker bij zo’n grote luchthaven als Schiphol. Voor ons is dit dan ook een uitgelezen kans om iedereen, zowel de maatschappij en de luchtvaartsector, voor te bereiden en te ondersteunen bij de komst van onbemande luchtvaart. We denken zelfs aan de ontwikkeling van een DronePort: een luchthaven voor onbemande drones. Op termijn misschien ook wel voor onbemande toestellen die passagiers kunnen vervoeren.
We gaan nu in ieder geval eerst de resultaten van deze demonstratie evalueren, waarbij we op een gecontroleerde wijze, in een normaalgesproken verboden luchtruim, een inspectievlucht hebben uitgevoerd. Deze stap helpt ons om met toekomstige oplossingen te komen die het mogelijk maken om nabij een luchthaven te vliegen. Voor nu is de boodschap echter duidelijk: niet vliegen in de no drone zones!”.
Droneport
NLR onderzoekt stedelijke operaties met drones in de nabijheid van een vliegveld. Daartoe behoort ook - op de lange termijn – de ontwikkeling van een nieuwe NLR-faciliteit: een DronePort, ook wel Vertiport genoemd. De demonstratievlucht is daarbij een eerste stap richting het opzetten van een mogelijke luchthaven door drones en eVTOLs (electrical Vertical Take-off and Landing).
“Stel je eens voor dat je over files heen kunt vliegen?”, stelt Poland. “Dat zou iedereen toch wel willen? Met een DronePort kun je stedelijke mobiliteit door de lucht onderzoeken. Ze noemen dat overigens ook wel ‘Urban Air Mobility’. Er zijn in ieder geval genoeg voorbeelden van grote bedrijven – van Uber tot Airbus – waar ze nadenken over dit soort toepassingen. Wij denken dat we in Amsterdam een perfecte locatie hebben om deze mobilteitsaspecten te testen: vlakbij een stadscentrum, een luchthaven en direct naast een snelweg. Misschien is dit wel een eerste stap naar het weren van pakketbusjes in overvolle binnensteden?”
--- Einde bericht ---
Over Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum
Koninklijke NLR is een toonaangevend, mondiaal opererend onderzoekscentrum voor de lucht- en ruimtevaart.
Met zijn multidisciplinaire expertise en ongeëvenaarde onderzoeksfaciliteiten, levert NLR innovatieve, integrale oplossingen voor complexe uitdagingen in de aerospace sector.
De werkzaamheden van NLR beslaan het volledige spectrum van Research Development Test & Evaluation (RDT&E).
Met zijn kennis en faciliteiten kunnen bedrijven terecht bij NLR voor validatie, verificatie, kwalificatie, simulatie en evaluatie. Zo overbrugt NLR de kloof tussen onderzoek en toepassing in de praktijk. NLR werkt zowel voor overheid als industrie in binnen- en buitenland.
Dit is een origineel bericht van Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR)
Ga naar alle berichten van deze organisatie.