Uitkeringsinstanties moeten oog hebben voor hun eigen rol bij het ontstaan van een herziening en/of terugvordering van te veel betaalde uitkering. Ook moeten ze meer rekening houden met de financiële, sociale en psychische problemen die kunnen ontstaan als iemand een groot bedrag moet terugbetalen. Daarover heeft de Centrale Raad van Beroep vandaag een belangrijke uitspraak gedaan. De bestuursrechter gaat indringender toetsen of instanties voldoende oog hebben voor de menselijke maat.
In de uitspraak van vandaag past de Centrale Raad van Beroep nieuwe opvattingen over overheidsoptreden toe op de herziening en terugvordering van ten onrechte betaalde uitkeringen.
De uitspraak gaat over iemand met een Wajong uitkering (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten) die te veel uitkering had ontvangen. Hij had bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) doorgegeven dat hij inkomsten kreeg uit werk en studiefinanciering. Het Uwv had de doorgegeven wijzigingen niet goed verwerkt. Dat leidde ertoe dat de jongere bijna drie jaar lang te veel uitkering ontving en ongeveer € 14.500,- terug moest betalen. Die grote schuld zorgde voor financiële problemen.
Toch vond het Uwv dat het hele bedrag moet worden terugbetaald. Het Uwv beriep zich op de tekst van de Wajong. Daarin staat – net als in veel andere sociale zekerheidswetten – dat wat te veel aan uitkering is ontvangen, altijd moet worden terugbetaald. Alleen als sprake is van ‘dringende redenen’ kan het Uwv daarvan afzien.
Positie van de burger
Onder verwijzing naar de wet en de wetsgeschiedenis heeft de Centrale Raad van Beroep in eerdere uitspraken dat begrip ‘dringende redenen’ beperkt uitgelegd. Daarvan kon volgens de Raad alleen sprake zijn in zeer schrijnende uitzonderingssituaties die het gevolg zijn van de terugvordering. De wetgever had immers benadrukt dat wie te veel uitkering ontving, alles moest terugbetalen. De maatschappelijke opvattingen over overheidshandelen en de positie van de burger zijn de laatste tijd echter ingrijpend gewijzigd.
De president van de Centrale Raad van Beroep heeft daarom op 4 mei 2023 over deze kwestie aan raadsheer advocaat-generaal De Bock gevraagd om een conclusie, een uitgebreid juridisch advies. Die conclusie is uitgebracht op 10 november 2023.
Oorzaak van het ontstaan van de terugvordering is belangrijk
Anders dan in eerdere uitspraken heeft de CRvB nu geoordeeld dat bij de herziening en terugvordering van te veel betaalde uitkeringen niet alleen moet worden gekeken naar de gevolgen, maar voortaan ook naar de oorzaak van de herziening of terugvordering. Uitkeringsinstanties moeten ook kijken naar hun eigen rol daarbij. Als zij steken hebben laten vallen, kan dat reden zijn om van gehele of gedeeltelijke terugvordering af te zien.
Intensievere toetsing
Mensen in een uitkeringssituatie hebben vaak al fors minder inkomen. Niet zelden hebben zij een kwetsbare positie in de samenleving. Een (hoge) terugvordering kan daardoor leiden tot grote financiële en sociale problemen. De Centrale Raad van Beroep gaat daarom intensiever toetsen of sprake is van dringende redenen.
Onder andere zal de Raad kritischer bekijken of de terugvordering niet onevenredig belastend is voor de burger en daardoor zijn doel voorbij schiet. Als op voorhand al duidelijk is dat het terugbetalen van de uitkering iemand in grote financiële problemen brengt, bijvoorbeeld omdat daardoor een schuldhulptraject wordt beëindigd, dan kan dat aanleiding zijn om van gehele of gedeeltelijke terugvordering af te zien (dat kan dan een ‘dringende reden’ zijn).
Wat betekent dat concreet in de uitspraak van vandaag?
In de zaak van vandaag oordeelt de CRvB dat het Uwv niet voldoende heeft gekeken naar de oorzaak van de te veel betaalde uitkering. De jongere had immers op tijd de informatie doorgegeven. Doordat het Uwv niet op tijd reageerde, is het terug te betalen bedrag opgelopen. Het Uwv krijgt de opdracht opnieuw te beoordelen of er een dringende reden is om geheel of gedeeltelijk af te zien van herziening of terugvordering. Daarbij moet het Uwv ook goed kijken naar zijn eigen aandeel in het ontstaan van de schuld.
Gevolgen
De uitspraak heeft ook gevolgen voor het terugbetalen van andere uitkeringen die door het Uwv worden verstrekt, zoals bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid. De uitspraak is verder van belang voor het terugvorderen van bijstandsuitkeringen die door de gemeente zijn verstrekt en uitkeringen die door de Sociale Verzekeringsbank worden verstrekt (AOW en kinderbijslag).
Dit is een origineel bericht van Centrale Raad van Beroep
Ga naar alle berichten van deze organisatie.
21 DEC 2024
20 DEC 2024