Vanwege de coronamaatregelen mochten studenten met de ov-kaart drie maanden langer reizen. Ook oud-studenten hebben drie maanden langer gebruikt gemaakt van hun ov-kaart. Maar op dat moment studeerden zij niet meer. Volgens betrokkenen mochten zij vertrouwen op informatie van DUO. Maar in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep krijgen betrokkenen geen gelijk.
De ov-kaart in coronatijd
Studenten die aanspraak maken op studiefinanciering, moeten voldoen aan enkele basisvoorwaarden. Eén basisvoorwaarde is dat de student ingeschreven is voor een opleiding, zoals bedoeld in de Wet studiefinanciering. Deze studenten mogen ook gebruikmaken van een studentenreisproduct, een ov-kaart.
Door de coronamaatregelen van het voorjaar van 2020 heeft een aantal studenten studievertraging opgelopen. Om de studenten tegemoet te komen, mochten zij drie maanden langer gebruik maken van hun ov-kaart.
Het oordeel van de Raad
Deze tegemoetkoming geldt niet voor oud-studenten, ook wel aangeduid als ‘betrokkenen’. Zij waren namelijk niet meer ingeschreven voor een opleiding. Daarom hadden zij ook geen recht meer op de ov-kaart.
De betrokkenen vonden dat zij tóch recht hadden op de ov-kaart omdat door DUO was aangekondigd dat het reisrecht met drie maanden zou worden verlengd. De oud-studenten stelden dat zij op basis van deze informatie gebruik hebben gemaakt van de ov-kaart. Zij vinden het daarom onterecht de ov-schuld (volledig) te moeten betalen.
De betrokkenen krijgen hierin geen gelijk. Ook in coronatijd gelden de basisvoorwaarden om aanspraak te kunnen maken op studiefinanciering en de ov-kaart. De informatie van DUO hierover was voldoende duidelijk. Dit betekent dat betrokkenen de kosten van de ov-kaart moeten terugbetalen.
Uitspraken
Dit is een origineel bericht van Centrale Raad van Beroep
Ga naar alle berichten van deze organisatie.