De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft vandaag uitspraak gedaan in een zaak van een Amsterdamse student. Deze student had in 2022 energietoeslag aangevraagd bij de gemeente Amsterdam, maar de gemeente wees de aanvraag af. In het beleid stelt de gemeente namelijk de voorwaarde dat studenten een energiecontact op eigen naam moeten hebben. De betrokken student had dit niet.
De CRvB oordeelt dat de gemeente de aanvraag mocht afwijzen.
Energietoeslag 2022
Door oplopende energieprijzen heeft de regering in 2022 een aantal maatregelen genomen om mensen met lage en middeninkomens te ondersteunen. Een van deze maatregelen is de energietoeslag. De regering heeft dit geregeld in de Participatiewet; de energietoeslag is een vorm van bijzondere bijstand. Gemeenten voeren deze regeling uit.
Ook studenten kunnen energietoeslag aanvragen
De gemeente Amsterdam had in eerste instantie besloten dat studenten geen energietoeslag konden krijgen. De rechtbank Amsterdam heeft in een uitspraak van 14 februari 2023 geoordeeld dat de volledige uitsluiting van studenten in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Na deze uitspraak heeft de gemeente Amsterdam een nieuwe regeling opgesteld. Ook studenten konden in 2022 een eenmalige energietoeslag aanvragen van € 1.800,-, maar zij moesten wel voldoen aan extra voorwaarden.
Geen discriminatie studenten
Eén van deze voorwaarden was dat de student een energiecontract op naam had op het adres waarvoor hij de energietoeslag aanvroeg. De Amsterdamse student die de zaak aanspande had geen energiecontract op eigen naam. Omdat deze voorwaarde niet gold voor andere minimahuishoudens voerde de student aan dat er sprake is van discriminatie.
De CRvB moest beoordelen of de regeling van de gemeente Amsterdam ‘redelijk en geschikt’ is om het doel, compensatie van minimahuishoudens met gestegen energielasten, te bereiken. De gemeente gaf aan het belangrijk te vinden dat alleen de huishoudens die de energietoeslag echt nodig hebben, deze krijgen. Tegelijkertijd was het belangrijk dat de regeling eenvoudig uitvoerbaar was, zodat snel kon worden gehandeld. Door de oplopende energieprijzen kwamen veel minimahuishoudens namelijk in acute financiële problemen.
De gemeente heeft uitgelegd dat voor studenten extra voorwaarden zijn gesteld omdat zij zich veelal in een andere woonsituatie bevinden dan de andere minimahuishoudens. Een groot deel van de studenten woont thuis en betaalt zelf geen energiekosten. Verder wonen veel uitwonende studenten op kamers; hun energiekosten zijn feitelijk vaak niet gestegen.
Oordeel
De CRvB oordeelt dat door de eis van een energiecontract op naam te stellen, de regeling ervoor zorgde dat alleen die studenten voor een energietoeslag in aanmerking komen die naar alle waarschijnlijkheid te maken hadden gekregen met gestegen energiekosten. De regeling is daarmee redelijk en geschikt om het doel te bereiken, waardoor het verschil in behandeling tussen studenten en andere minimahuishoudens gerechtvaardigd is. De gemeente hoefde de Amsterdamse student dus geen energietoeslag te betalen.
Dit is een origineel bericht van Centrale Raad van Beroep
Ga naar alle berichten van deze organisatie.