Hoe beïnvloedt de coronacrisis onderzoekers?

Zijn onderzoekers aan universiteiten, instellingen en hogescholen door corona meer of minder tijd aan hun werk gaan besteden? Slaagden ze erin om hun publicaties op tijd af te ronden? Wat waren de gevolgen voor hun onderwijs? Konden ze op voldoende steun en begrip van hun werkgever rekenen? Dat zijn vragen uit een onderzoek van het Rathenau Instituut dat vandaag van start gaat.

Het onderzoek naar de invloed van corona is onderdeel van een groot onderzoek dat het Rathenau Instituut elke vier jaar doet. Daarbij gaat het om de motivatie van medewerkers van universiteiten, universitair medische centra, hogescholen en kennisinstituten. Ook wordt gekeken hoe ze hun tijd verdelen over onderwijs, onderzoek en andere taken, en hoe zelfstandig ze hun werk kunnen uitoefenen. 

Het onderzoek past in de taak van het Rathenau Instituut om feiten en cijfers te verzamelen die inzicht geven in de stand van de Nederlandse wetenschap, en gebruikt kunnen worden door beleidsmakers. Aan het onderzoek naar drijfveren en tijdbesteding dat in 2018 verscheen, deden ruim 2.600 onderzoekers mee. Hieruit bleek onder meer dat ze gemiddeld fors meer uren werken dan waarvoor ze zijn aangesteld. Op universiteiten werken ze gemiddeld een kwart van hun aanstelling over, in umc’s een derde.

‘De coronapandemie heeft een enorme impact gehad op het werk van onderzoekers en docenten’, zegt directeur Melanie Peters van het Rathenau Instituut. ‘De effecten daarvan zullen pas op lange termijn goed duidelijk worden. Toch is het voor ons niet de enige aanleiding om dit onderzoek opnieuw te doen. Het werk van onderzoekers is de afgelopen jaren fors veranderd. Onderzoek wordt steeds meer teamwerk, er is meer aandacht voor diversiteit en het betrekken van de samenleving. Daarnaast mogen onderzoekers op meer erkenning rekenen wanneer ze leidinggevende taken uitoefenen en lesgeven. Daarom richten we ons dit jaar voor het eerst ook op docenten aan universiteiten en hogescholen. We willen weten wat deze ontwikkelingen betekenen in hun dagelijkse praktijk.’

Deelname aan dit onderzoek staat open voor onderzoekers van alle niveaus (van promovendi tot hoogleraren) en docenten in het hoger onderwijs. De eerste resultaten worden in het najaar gepubliceerd (open access).