De Onderzoeksraad voor Veiligheid vindt het onacceptabel dat er jaarlijks gemiddeld elf mensen om het leven komen bij een overwegongeval op het spoor. De Raad vindt dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat meer aandacht moet hebben voor overwegveiligheid. Dat schrijft de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het rapport Overwegveiligheid – Een risicovolle kruising van belangen. Uit het onderzoek blijkt dat verantwoordelijkheden niet helder belegd zijn. Daarnaast is het opvallend dat het merendeel van het budget wordt besteed aan slechts een beperkt aantal overwegen.
Eind 2016 en begin 2017 vonden drie ernstige overwegongevallen plaats in Winsum, Harlingen en Wouw. Deze drie ongevallen waren voor de Onderzoeksraad aanleiding om onderzoek te doen naar zowel beveiligde als onbeveiligde overwegen. Hierbij is gekeken naar het beveiligingsniveau van overwegen, de visie op overwegveiligheid en het leren van eerdere voorvallen op het spoor.
Minder aandacht
Binnen Europa is Nederland het enige land met veel treinverkeer en een groot aantal overwegen; een combinatie die niet goed samengaat. De intensiteit op het spoor en van het wegverkeer neemt bovendien toe, waardoor de kans op ongevallen vergroot. Gezien de situatie op het Nederlandse spoor moet de staatssecretaris meer ambitie tonen om het aantal overwegongevallen verder terug te dringen. De afgelopen 15 jaar verbeterde de overwegveiligheid weliswaar, maar die ontwikkeling stagneert. Het blijkt dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat sinds 2010 geen concrete doelstellingen meer heeft voor het terugdringen van het aantal overwegslachtoffers.
Ruimte voor verbetering
De meeste ongelukken gebeuren op beveiligde overwegen; het merendeel van alle spoorwegovergangen. Het aantal slachtoffers is terug te brengen door beveiligde overwegen te voorzien van extra veiligheidsvoorzieningen zoals het plaatsen van spoorbomen die de gehele weg afsluiten. In het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland zijn extra maatregelen getroffen en vallen minder slachtoffers. Dit maakt duidelijk dat er nog ruimte is voor verbetering.
De Raad vindt onbeveiligde overwegen met de huidige hoge treinsnelheden ontoelaatbaar. Deze overwegen moeten zo snel mogelijk worden beveiligd of opgeheven. Overwegongevallen worden volgens de Raad te gemakkelijk toegeschreven aan roekeloosheid van weggebruikers, terwijl bij het merendeel geen sprake is van bewust roekeloos gedrag. Partijen kunnen veel verbetering realiseren door te leren van ongevallen.
Verantwoordelijkheid
De Raad heeft gekeken welke partijen betrokken zijn bij overwegveiligheid en hoe verantwoordelijkheden zijn verdeeld. Deze zijn versnipperd over meerdere partijen en niemand is verantwoordelijk is voor het geheel. Het ligt voor de hand deze verantwoordelijkheid te beleggen bij het ministerie aangezien de staatssecretaris eindverantwoordelijk is voor de veiligheid op het spoor én de overwegen. De verantwoordelijkheid van ProRail is onduidelijk omdat aan de spoorbeheerder geen concrete eisen worden gesteld voor overwegveiligheid. Lokale overheden hebben als wegbeheerder formeel geen verantwoordelijkheid, maar moeten van het ministerie financieel wel bijdragen aan maatregelen. Dit alles staat een snelle aanpak van de gevaarlijke situaties in de weg.
Aanbevelingen
Een verdere daling van het aantal overwegslachtoffers is noodzakelijk en haalbaar. Op lange termijn is het zelfs mogelijk dat er geen overwegongevallen meer gebeuren. De Raad doet daarom drie aanbevelingen aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Allereerst beveelt de Raad aan om binnen een half jaar de huidige overwegprogramma’s samen te voegen tot een overkoepelend overwegenbeleid. Binnen tien jaar moet met dit beleid het aantal overwegongevallen en dodelijke slachtoffers worden gehalveerd. Verder beveelt de Raad aan om het overwegbeleid mede te baseren op zinvol gebleken maatregelen uit andere landen en gedegen ongevalsonderzoek na een ongeval. Tot slot beveelt de Raad aan om wettelijk vast te leggen wie welke verantwoordelijkheid en kosten draagt voor overwegveiligheid.
Dit is een origineel bericht van Onderzoeksraad voor Veiligheid
Ga naar alle berichten van deze organisatie.